Blijkens een inventarisatie van Binnenlands Bestuur houden drie op de vier gemeenten geld over op het Wmo-budget, en soms flink ook. Op het vlak van de jeugdzorg komt de helft van de gemeenten waarschijnlijk geld tekort.
Te veel onduidelijk
Anders dan het CDA, steunde D66 het verzoek van de SP niet om een debat met verantwoordelijk staatssecretaris Van Rijn aan te vragen. SP-Tweede Kamerlid Renske Leijten wilde op die manier duidelijkheid krijgen over de precieze besteding van zorgbudgetten van gemeenten. ‘Een discussie nu is veel te prematuur’, zegt D66-Tweede Kamerlid Vera Bergkamp. Volgens haar is nog te veel onduidelijk, mede omdat gemeenten veel facturen over 2015 nog niet binnen hebben – met name waar het om de jeugdzorg gaat.
Geld nodig voor innovatie
Gemeenten zouden bovendien van Den Haag de ruimte moeten krijgen om te schuiven met budgetten tussen de gedecentraliseerde taken. Bergkamp: ‘We moeten niet denken in potjes. Geld dat over is op de Wmo moeten gemeenten kunnen overhevelen naar de jeugdzorg, mochten daar tekorten zijn.’
Overschotten zijn om nog een andere reden volgens haar niet erg, want er is geld nodig voor innovatie in het sociaal domein. Daar moet je ruimte voor creëren. ‘Doe je dat niet, dan blijft alles zoals het is en komt er nooit vernieuwing’, aldus het D66-Kamerlid.
Lokale discussies
Ze begrijpt dat overschotten aanleiding tot discussies kunnen geven. Daar is volgens haar ook niks mis mee, zolang die in eerste instantie maar op lokaal niveau worden gevoerd. Pas daarna – ‘en na een landelijk onderzoek naar de financiële middelen’ – is Den Haag aan de beurt. ‘Niet gelijk al direct na het bekend worden van de eerste vervuilde cijfers, en ook niet een jaar na de invoering van de decentralisaties. Daarmee doe je het principe van de decentralisaties geen recht’, aldus Veerkamp.’En het is ook nog niet in het belang van de client. De huidige cijfers zijn namelijk nog geen indicatie voor het zorggebruik of wat er nodig is in bijvoorbeeld de jeugdzorg.’