Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) vangt asielzoekers op in de reguliere opvang (azc’s) en in de noodopvang, ingericht in onder meer hallen zoals in Zwolle en Assen en paviljoens in Nijmegen. Er is nog steeds behoefte aan opvangplaatsen. De provincies zijn gevraagd om in iedere provincie een grote, voor langere tijd beschikbare, opvanglocatie voor ongeveer 2000 asielzoekers te realiseren. Er zitten momenteel ongeveer 37.000 mensen in de reguliere azc’s en 2.000 mensen in de noodopvang. 14.000 van hen hebben een voorlopige verblijfsvergunning en zijn in afwachting van woonruimte in de gemeente.
Naast de opvang in azc’s en noodopvang is er crisisnoodopvang. Deze crisisnoodopvang wordt niet door het COA verzorgd maar door gemeenten, onder regie van de veiligheidsregio’s. Crisisnoodopvanglocaties zijn bijvoorbeeld sporthallen en andere gebouwen die door gemeenten worden gebruikt bij rampen of crises. De crisisnoodopvang duurde aanvankelijk 72 uur, maar er wordt nu gestreefd naar opvanglocaties die enkele weken tot maanden beschikbaar zijn. Het aantal mensen dat in de eerste week van oktober in de crisisopvang verbleef varieerde tussen de 3.000 en 4.000 mensen.
Huisvesting voor vergunninghouders
Als asielzoekers een verblijfsvergunning ontvangen worden ze vergunninghouders genoemd. Deze vergunning wordt voor 5 jaar verleend. Ze zijn op dat moment geen asielzoeker meer, omdat ze immers niet langer op zoek zijn naar asiel. Als asielzoekers een dergelijke verblijfsvergunning krijgen mogen ze zich in een gemeente vestigen. Er wordt dan niet meer gesproken over opvang, maar over huisvesting in een gemeente. Momenteel verblijven 14.000 vergunninghouders die zich mogen vestigen in een gemeente in een opvanglocatie.
Gemeenten hebben de taak om mensen met een verblijfsvergunning te huisvesten. Zij hebben een taakstelling gekregen. De taakstelling voor de eerste helft van 2016 is 20.000 en de prognose voor de tweede helft van 2016 is 23.000.
Om de doorstroom van vergunninghouders van opvanglocaties naar een woonvoorziening te versnellen en opvanglocaties weer te kunnen gebruiken waarvoor ze zijn bedoeld – het opvangen van asielzoekers – zijn een aantal maatregelen genomen. Een overzicht:
Het COA heeft het zelfzorgarrangement (ZZA) opengesteld. De ZZA regeling maakt het mogelijk voor vergunninghouders om op vrijwillige basis bij vrienden, familie of een gastgezin te verblijven. Als vergunninghouders hun bed in een AZC opgeven krijgen ze een kleine financiële vergoeding. Dit gaat om een tijdelijk verblijf in afwachting van reguliere huisvesting in de gemeente.
Vorige week vrijdag spraken het kabinet en gemeenten af dat gemeenten 10.000 vergunninghouders die nu nog in opvanglocaties verblijven versneld en op tijdelijke basis (half jaar) in woonvoorzieningen in gemeenten zullen huisvesten. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan leegstaande verzorgingstehuizen en andere gebouwen die snel – zonder verbouwing – in gebruik kunnen worden genomen.
Hiervoor kunnen gemeenten gebruik maken van het Gemeentelijke Zelf Zorg Arrangement (GZZA). Deze maatregel is bedoeld om op de heel korte termijn de doorstroom van vergunninghouders van opvanglocaties naar huisvesting in gemeenten te versnellen, zodat er weer ruimte ontstaat voor de opvang van asielzoekers in azc’s. Gemeenten krijgen 100 euro per week per vergunninghouder van het COA en de vergunninghouder krijgt leefgeld van het COA. Het COA blijft verantwoordelijk voor de vergunninghouder, maar gemeenten zijn verantwoordelijk voor toegang tot onderwijs en zorg. Dit gaat om een tijdelijk verblijf in afwachting van reguliere huisvesting in de gemeente; uiteindelijk moeten de vergunninghouders doorstromen naar woonruimte binnen de gemeente.
Maandag 12 oktober kondigde het kabinet een versobering van de huisvesting van vergunninghouders aan. Dit is nodig omdat de huidige situatie vraagt om meer en sneller aanbod van woonruimte. Vergunninghouders kunnen bijvoorbeeld gehuisvest worden in leegstaande kantoorgebouwen of wooncontainers.
Bron: rijksoverheid.nl