De mutaties leiden vanaf 2017 tot aanpassingen in het budget voor Wmo en Jeugd. Op het bestuurlijk overleg van 24 augustus werden VNG en Rijk het eens over deze mutaties. In totaliteit gaat het om een negatieve bijstelling van € 47 miljoen voor Jeugd en € 179 miljoen voor de Wmo (beide in 2017).
Verkeerde veronderstellingen
Niet het gemeentelijk beleid is de oorzaak van de mutaties. Het gaat hier om verkeerde veronderstellingen in de oorspronkelijke budgettoedeling richting gemeenten (‘foutieve startstreep per 1 januari 2015’). Deze groepen cliënten zijn onterecht onder de Jeugdwet en/of Wmo geschaard, terwijl zij feitelijk in de Wlz thuishoren. Gemeenten hadden (en krijgen) dus ook geen uitgaven voor deze groepen cliënten.