,,De opvang van baby’s en jonge kinderen wordt nog beter, toegankelijker en betaalbaarder”, aldus minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) vrijdag. Vooral de meeste hogere en de middeninkomens gaan erop vooruit, omdat de lagere inkomens nu al bijna 100 procent vergoed krijgen voor crèche of buitenschoolse opvang. Bovendien is er goed nieuws voor werkende ouders die hun kinderen een paar uur naar een peuterspeelzaal sturen: zij hebben voortaan ook recht op een toeslag.
Meer aandacht per kind
Asscher vindt het verder belangrijk om de kwaliteit van de opvang verbeteren. Zo wil hij meer aandacht per kind. Het is nu nog verplicht minimaal één beroepskracht per vier baby’s in te zetten. Dat wordt één op drie. Ook krijgen baby’s straks minder verschillende gezichten te zien: er komen twee vaste gezichten. Ook krijgt elk kind een mentor om zijn of haar ontwikkeling in de gaten te houden.
Scholing
Alle medewerkers van kinderopvanginstellingen kunnen zich voortaan laten coachen. Ook krijgen beroepskrachten meer mogelijkheden tot scholing.
Maatregelen in nauw overleg
Asscher benadrukt dat de maatregelen tot stand zijn gekomen in nauw overleg met de kinderopvanginstellingen, peuterspeelzalen, ouders en vakbonden. ,,Ieder kind heeft recht op een goede start en kinderopvang is daarbij essentieel. Als ouder wil je daarnaast je kind met een gerust hart kunnen achterlaten als je bijvoorbeeld aan het werk gaat”, aldus de minister.