Wranger

Het is al vaak gezegd als het over toegankelijkheid en betaalbaarheid van Wmo-voorzieningen gaat: het kan sinds 2015 uitmaken in welke gemeente je woont. De ene gemeente is ruimhartiger in het toekennen van zorg en voorzieningen dan de andere, en de ene gemeenten heeft zorg goedkoper ingekocht waardoor de eigen bijdrage voor een hulpbehoevende in ene gemeente lager uitvalt dan in een andere. Uit onderzoek door Binnenlands Bestuur onder 66 gemeenten blijkt dat het nog wranger kan zijn.

Tarief en zorgsoort

Eén op de tien gemeenten baseert de eigen bijdrage voor Wmo­-gebruikers op zowel het tarief per zorgsoort, als op het tarief per aanbieder. Pechvogels betalen een hogere eigen bijdrage dan hun buurman (met eenzelfde inkomen, gezinssamenstelling etc.), voor precies dezelfde zorg, maar geleverd door een andere aanbieder. Het gros van de gemeenten (88 procent) neemt het tarief per zorgsoort (dagbesteding, begeleiding, etc) als basis voor de berekening van de eigen bijdrage, zo blijkt uit het onderzoek. Binnen deze gemeenten is sprake van ‘gelijke monniken, gelijke kappen’.

Grote tariefverschillen

Tussen gemeenten kunnen uiteraard wel grote tariefverschillen zijn, en daarmee hogere (of lagere) eigen bijdragen. Die tariefverschillen zijn fors, zo blijkt uit bij het CAK opgevraagde gegevens. De kosten voor een uur begeleiding variëren van 14 euro tot 56,42 euro. Voor dagbesteding variëren de prijzen tussen de 16,24 euro en 49 euro per dagdeel. Hoewel de grootste stijging zich in 2015 heeft voorgedaan, stijgen ook dit jaar in bijna één op de drie gemeenten de tarieven. En daarmee de eigen bijdrage. Een kwart van de zorggebruikers stopt vanwege de (hoge) eigen bijdrage met zorg en ondersteuning, zo bleek eerder uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en Ieder(in).

Forse verhoging

In sommige gemeenten zijn de tarieven voor begeleiding wel heel fors verhoogd. Zo hanteerde Peel en Maas vorig jaar een uurtarief van 14,29 euro en dit jaar een tarief van 37,13 euro; een stijging van 160 procent. Het uurtarief in een aantal Friese gemeenten (zoals Ferwerderadiel en Dongeradeel) staat sinds 1 januari op 42,54 euro, terwijl deze vorig jaar 14,10 euro bedroeg; een stijging van ruim 200 procent. Procentueel gezien spant Meppel de kroon; het tarief steeg dit jaar met 214 procent (van 14,20 euro naar 44,55 euro).

Dagdeel

Ook bij dagbesteding lopen de verschillen tussen gemeenten ver uiteen. Apeldoorn is met dagbesteding de goedkoopste gemeente, met een tarief van 16,24 euro per dagdeel en Tilburg met 49,00 euro de duurste. De gemeentelijke tarieven voor dagbesteding zijn per 2016 zowel verhoogd, verlaagd als niet veranderd. Het exacte aantal stijgers en dalers kan voor dagbesteding, op basis van de CAK-gegevens, niet in kaart worden gebracht. Sinds dit jaar rekenen diverse gemeenten niet meer met een uurtarief, maar met een tarief per dagdeel (van 4 uur).

Boven(modaal)

Voor 80 procent van de 450.000 Wmo-gebruikers heeft de tariefstijging geen gevolgen; zij zitten aan hun persoonlijk plafond. 20 procent (90.000 mensen) voelt het wél. Het gaat met name om mensen met een (boven)modaal inkomen en mensen die niet heel veel zorg hebben waardoor ze niet op hun persoonlijk maximum zitten. Ook voor de zorggebruikers waarvan het overgangsrecht per 1 januari is afgelopen, gaat de rekening omhoog. Volgens het CAK gaat het hierbij om 3.500 mensen met dagbesteding en/of begeleiding.

 

Afbeelding

  

Afbeelding

 

 Afbeelding