Het kabinet wil werk maken van betere publieke dienstverlening. Het heeft concrete acties voor de komende jaren vastgelegd in een zogenoemde overheidsbrede werkagenda. Het vertrouwen in de overheid is zowel maatschappelijk, politiek en bestuurlijk onderwerp van discussie. Dat vraagt om verstevigde publieke dienstverlening.
Het kabinet wil onder meer wetgeving begrijpelijker maken voor burgers en bedrijven en de hulp van de overheid aan mensen met complexe problematiek verbeteren. Ook komt er onderzoek naar bestaande wetgeving die mogelijk hard uitpakt voor mensen. Nieuwe wetten en regels krijgen een jaar na invoering een ‘APK’ om te toetsen of wetgeving wel goed werkt in de praktijk. Het kabinet wil daarnaast kijken naar het inzetten van burgerpanels bij het ontwikkelen van nieuw beleid.
In de werkagenda staat ook dat er meer aandacht moet komen voor de uitvoerbaarheid van wetgeving. Uitvoeringsorganisaties dienen daarom nauwer betrokken te worden bij het maken van nieuw beleid. Het kabinet neemt het initiatief om te starten met gesprekken waaraan beleid, uitvoering en politiek als gelijkwaardige gesprekspartners deelnemen om dilemma’s in de uitvoering te bespreken. Om publieke dienstverleners in staat te stellen de dienstverlening structureel te verbeteren, is het nodig dat zij de ruimte krijgen, en ook nemen, om maatwerk toe te passen. Zo kunnen zij complexe situaties, waarbij burgers in de knel zijn gekomen, beter oplossen. Ministeries worden actiever betrokken bij het aanpakken van dergelijke knelpunten in de uitvoering. Het kabinet werkt aan een wetsvoorstel multiprobleemsituaties met extra bevoegdheden die het voor lokale en landelijke professionals makkelijker maken om maatwerk te leveren.
De acties die het kabinet wil uitvoeren in de werkagenda zijn gebaseerd op adviezen uit recente rapporten over de uitvoering, zoals ‘Werken aan uitvoering’ (WAU), ‘Ongekend Onrecht’ van de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag (POK) en het rapport ‘Klem tussen balie en beleid’ van de Tijdelijke Commissie Uitvoeringsorganisaties (TCU). Voor het verbeteren van de publieke dienstverlening zijn aanzienlijke investeringen nodig de komende jaren. Deze zijn voor een deel toegezegd in de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’. Daarnaast is door uitvoeringsorganisaties inzichtelijk gemaakt welke extra middelen zij nodig denken te hebben de komende periode, naast de investeringen die de afgelopen kabinetsperiode zijn gedaan. Het is aan een volgend kabinet om afspraken te maken over eventuele aanvullende investeringen.