Deurwaarders voeren gedwongen woningontruimingen uit. Vanaf 1 april 2021 moeten B&W zorgdragen voor het meevoeren en opslaan van de spullen uit de woning: artikel 556 lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De artikelen 5:29 en 5:30 Awb van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn van overeenkomstige toepassing.
De procedure is als volgt:
- De deurwaarder informeert B&W over het tijdstip van de ontruiming (artikel 14 Gerechtsdeurwaarderswet) en over de aard en omvang van de ontruimde boedel.
- De deurwaarder voert de ontruiming uit en plaatst achtergelaten zaken aan de openbare weg en vervangt de sloten.
- B&W dragen zorg voor het meevoeren en opslaan van de roerende zaken die zich in de ontruimde woning bevonden.
- B&W kunnen geen last onder dwangsom aan de executant/schuldeiser opleggen ten aanzien van het opruimen van de spullen.
- B&W kunnen de kosten wel verhalen op de executant/schuldeiser.
- De executant/schuldeiser zal die kosten op zijn beurt moeten zien te verhalen op de schuldenaar.
- B&W laten een proces-verbaal opmaken (artikel 5:29 Awb).
- B&W geven de opgeslagen zaken terug aan de schuldenaar (artikel 5:29 Awb).
- Vermoedelijk kunnen B&W de teruggave (met overeenkomstige toepassing van artikel 5:29 lid 4 Awb) opschorten tot de kosten van meevoeren en opslaan zijn voldaan. (Zie noot 1)
- Vermoedelijk kunnen B&W de teruggave (met overeenkomstige toepassing van artikel 5:29 lid 5 Awb) opschorten tot de kosten van bewaring zijn voldaan. (Zie noot 2)
- B&W kunnen de opgeslagen zaken verkopen wanneer deze niet binnen dertien weken kunnen worden teruggegeven (artikel 5:30 Awb).
- Vermoedelijk is het gegeven dat de kosten van meevoeren en opslaan van de spullen onevenredig hoog worden in verhouding tot de waarde van de spullen, een geldige reden om de spullen al vóór het verstrijken van de dertien weken te verkopen. (Zie noot 3)
(1) Niettegenstaande het gegeven dat in artikel 5:29 lid 4 Awb wordt verwezen naar een artikel uit de Awb dat bepaalt dat de toepassing van bestuursdwang op kosten van de overtreder geschiedt, terwijl in de nieuwe regeling de executant nadrukkelijk niet wordt gezien als de overtreder en de geëxecuteerde niet degene is ten laste van wie de kosten van meevoeren en opslaan komen (zie Kamerstukken II 2019/20, 35225, nr. 19).
(2) Het gegeven dat de geëxecuteerde in de nieuwe regeling niet degene is ten laste van wie de kosten van meevoeren en opslaan komen, lijkt niet in de weg te staan aan overeenkomstige toepassing van artikel 5:29 lid 5 Awb, aangezien het in artikel 5:29 lid 5 Awb niet gaat om de kosten van meevoeren en opslaan, maar om de kosten van bewaring.
(3) Niettegenstaande het gegeven dat in artikel 5:30 lid 2 Awb wordt verwezen naar een artikel uit de Awb dat bepaalt dat de toepassing van bestuursdwang op kosten van de overtreder geschiedt, terwijl in de nieuwe regeling de executant nadrukkelijk niet wordt gezien als de overtreder (zie Kamerstukken II 2019/20, 35225, nr. 19).
Als het college verzuimt om de spullen af te voeren, dan kunnen gedeputeerde staten van de provincie dat ten laste van de gemeente en namens het college doen op grond van de taakverwaarlozingsregeling van de artikelen 124 e.v. Gemeentewet. Zie ook ABRvS 29-01-2020, ECLI:NL:RVS:2020:263.
VNG-Handreiking
Zie ook de VNG-Handreiking afvoeren en opslaan van inboedels bij woningontruiming.