Verschillende problemen
Mensen met schulden bij de overheid lopen tegen verschillende problemen aan, blijkt uit Invorderen vanuit het burgerperspectief. Zo respecteert de overheid de beslagvrije voet, het deel van het inkomen waarop geen beslag mag worden gelegd, lang niet altijd. Ook lopen mensen er tegenaan dat persoonlijk contact niet mogelijk is en ze geen (begrijpelijke) schuldenoverzichten ontvangen. Verder werken overheidsorganisaties niet of te weinig samen, met onnodige invorderingsacties tot gevolg. Ze sturen mensen van het kastje naar de muur, werken niet mee aan schuldhulpverlening of leveren nauwelijks maatwerk.
Nationale ombudsman Reinier van Zutphen: ‘De overheid heeft onvoldoende oog voor de persoonlijke situatie van mensen met schulden. Veel mensen wíllen wel betalen, maar kúnnen dat niet. De overheid houdt daar in zijn invorderingsbeleid geen rekening mee. Dat moet veranderen.’
Behoorlijkheidskader
Te vaak brengt het invorderingsbeleid van de overheid mensen met schulden dieper in de financiële problemen, vindt de ombudsman. Reinier van Zutphen: ‘Dat moet stoppen. De overheid moet bij het invorderen oog hebben voor de positie en het belang van mensen met schulden.’
In ‘Invorderen vanuit het burgerperspectief’ presenteert de ombudsman daartoe een behoorlijkheidskader. Daarmee geeft de ombudsman weer waarop mensen moeten kunnen vertrouwen als de overheid schulden bij hen invordert. Zo vindt de ombudsman dat de overheid zich bij het innen van schulden moet inspannen om verdere schulden te voorkomen, duidelijk moet communiceren en ernaar moet streven om waar nodig persoonlijk contact op te nemen. Verder moet de overheid redelijk handelen en maatwerk leveren, de beslagvrije voet waarborgen, meewerken aan schuldhulpverlening en zoveel mogelijk samenwerken met andere overheidsinstanties. En als de overheid vorderingen uitbesteedt, bijvoorbeeld aan een deurwaarder, moet ook dat op een behoorlijke manier gebeuren.
Grote haast
De Nationale ombudsman roept overheidsinstanties op om het behoorlijkheidskader na te leven. Van de (Rijks)overheid verwacht de ombudsman dat zij overheidsinstanties daarvoor ruimte biedt. Reinier van Zuphen: ‘Overheidsinstanties moeten nu toch echt behoorlijk gaan invorderen. Ook vooruitlopend op aangekondigde wet- en regelgeving moeten ze doen wat nu al mogelijk is. Sommige organisaties hebben daarin al mooie stappen gezet, maar er moet nog veel gebeuren. En daar is grote haast bij.’
Aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid doet de ombudsman de oproep om het behoorlijkheidskader in te bedden in haar Brede Schuldenaanpak.
Hoe nu verder?
Om de vinger aan de pols te houden, zal de ombudsman klachten over het invorderen van schulden voortaan toetsen aan zijn behoorlijkheidskader. Hij heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gevraagd om hem binnen drie maanden te informeren over de manier waarop zij het behoorlijkheidskader zal inbedden in haar Brede Schuldenaanpak. Begin 2020 vraagt de ombudsman het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan tafel om hem te informeren over de voortgang rond behoorlijke invordering.
Wat vooraf ging
Invordering door de overheid heeft al langer de aandacht van de Nationale ombudsman. In 2013 bracht hij het rapport In het krijt bij de overheid uit, waarin knelpunten bij invordering door de overheid worden beschreven. Zes jaar later zijn de meeste knelpunten uit dat rapport nog steeds niet opgelost, ondanks meerdere verbeterplannen van de overheid. Reinier van Zutphen: ‘Ik vind het zorgwekkend dat er nog steeds mensen verder in de financiële problemen komen door toedoen van de overheid. Overheidsinstanties moeten daar nú wat aan doen. Het uitstellen van wet- en regelgeving mag geen reden zijn om te wachten.’
Rapport 2019/005: Behoorlijk invorderen van uit het burgerperspectief.