De zogenoemde ‘Maatregel bij verrekenen kinderopvangtoeslag’ geldt voor toeslaggerechtigden met een toeslagschuld bij wie een verzoek om een persoonlijke betalingsregeling vanwege opzet of grove schuld is afgewezen, en die nog steeds recht hebben op deze toeslag.
Wanneer er opzet of grove schuld is verweten, kan de toeslagschuld worden verrekend met de lopende kinderopvangtoeslag. Dit leidt er vaak toe dat ouders de kinderopvang niet meer kunnen betalen en zij de opvang moeten stopzetten. Zonder opvang voor hun kinderen moeten zij vaak ook werk, opleiding, reïntegratie- of inburgeringstrajecten beëindigen, met alle (financiële) problemen van dien.
Binnen de ‘Maatregel bij verrekenen kinderopvangtoeslag’ blijven betrokkenen de beschikking houden over zowel de beslagvrije voet (het bedrag dat iemand nodig heeft om in zijn levensonderhoud te voorzien) als over de eigen bijdrage voor de kinderopvang. Op basis van deze gegevens berekent de Belastingdienst de afloscapaciteit van de toeslaggerechtigde. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de lopende kinderopvangtoeslag . Deze verrekening blijft doorlopen totdat de schuld is voldaan en Toeslagen neemt naast de verrekening geen verdere invorderingsmaatregelen. Ouders kunnen zo, ondanks hun toeslagschuld, de kinderopvang blijven betalen en hun werk, opleiding, reïntegratietraject of inburgeringstraject continueren.