Vrijwel alle organisaties die zich inzetten voor de bestrijding van armoede in Nederland (90 procent) verwachten flink meer hulpverzoeken. Maar lang niet allemaal zijn ze daarop voorbereid. Dat meldt de Stichting Armoedefonds op basis van eigen onderzoek. Het fonds verwacht na de zomer “een golf van hulpvragen”.
Vooral gezinnen, alleenstaanden met kinderen en zzp’ers kloppen nu aan voor hulp. Bijna de helft van de organisaties ziet sinds het begin van de coronacrisis in maart een toename van het aantal hulpverzoeken, gemiddeld 23 procent.
“Lokale armoedeorganisaties in Nederland verwachten dat ze tussen de 25 en 50 miljoen euro nodig hebben om de noodzakelijke hulp te kunnen blijven verlenen”, aldus een woordvoerster van het fonds.
“Wie het al moeilijk had, krijgt het nog moeilijker en nieuwe groepen die geen gebrek kenden, worden nu met te weinig inkomsten geconfronteerd”, zegt ze. “We roepen iedereen op tijdig hulp te zoeken en financiële zorgen met een deskundige te delen. De eerste stap is om contact te zoeken met een lokale hulporganisatie.”
Het Armoedefonds stuurde de afgelopen weken enquêtes naar bijna duizend lokale hulporganisaties die zich met armoedebestrijding bezighouden, zoals SchuldHulpMaatje, Vincentiusvereniging Nederland, Resto VanHarte en het Leger des Heils. Een op de drie kwam met een reactie.
Opvallend is dat een op de vijf aangesloten organisaties (19 procent) de hulpvraag juist zag afnemen. Voor een deel kwam dat omdat de hulpvragers uit vrees voor besmetting niet meer langs durven te gaan, maar ook de beperkende maatregelen rond het coronavirus spelen een rol.
Ruim een miljoen mensen in Nederland leeft volgens het fonds in armoede.