Staatssecretaris Klijnsma (SZW) stuurde de hoofdlijnen van het voorstel vandaag naar de Tweede Kamer. Het voorgestelde systeem is transparanter, beter uitvoerbaar, en voorziet in een goede balans tussen de belangen van schuldeisers en schuldenaar.
Voor alle mensen van wie het inkomen zo hoog is dat zij geen recht hebben op toeslagen, wordt de beslagvrije voet eenzelfde vast bedrag afhankelijk van de leefsituatie. Daar komt geen ingewikkelde berekening meer aan te pas. De precieze hoogte hiervan volgt in het voorjaar, na verder onderzoek. Het bedrag zal dicht in de buurt liggen van de huidige beslagvrije voet.
Voor wie wel recht heeft op toeslagen, kan de schuldeiser de beslagvrije voet eenvoudig berekenen. Het deel waar geen beslag op mag worden gelegd is voor deze groep mensen een vast bedrag plus een percentage van het netto-inkomen. Door de beslagvrije voet op deze manier vast te stellen, houden mensen met toeslagen niet meer over dan mensen die daar geen recht op hebben.
Tot slot is er dan nog een groep mensen die volgens deze berekening niets zou kunnen aflossen, omdat het inkomen lager is dan de berekende beslagvrije voet. Het kabinet vindt het van belang dat een ieder – hoe beperkt soms ook geprikkeld blijft om aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen. Daarom geldt in het voorgestelde nieuwe systeem dat iedereen altijd minimaal een klein percentage van het nettoloon aflost.
De definitieve bedragen en percentages die bij de nieuwe berekening horen volgen in het nieuwe jaar.
Bron: Rijksoverheid.nl