Een groeiend aantal ouders vraagt hulp van particuliere organisaties omdat ze de schoolspullen voor hun kinderen niet kunnen betalen. Dat blijkt uit cijfers die Nieuwsuur heeft opgevraagd bij Stichting Leergeld, die huishoudens met een beperkt inkomen financieel ondersteunt.
Ouders kunnen met name de kosten voor digitale lesmiddelen, zoals laptops, steeds lastiger ophoesten. Een verbond van onderwijs- en ouderorganisaties roept het nieuwe kabinet op om laptops, net als schoolboeken, gratis te maken.
De afgelopen drie jaar zag Stichting Leergeld, dat geld ontvangt van zowel gemeenten als loterijen, het aantal hulpaanvragen oplopen. Waar de landelijk opererende vereniging in 2021 nog 128.946 kinderen aan school- en sportspullen hielp, waren dat er afgelopen jaar 181.717, een toename van zo’n 40 procent. Steeds vaker gaat het daarbij om laptops. De hulporganisatie verstrekte er het afgelopen jaar ruim 20.000.
Scholen zelf verantwoordelijk
“Het leven is de afgelopen jaren flink duurder geworden”, verklaart Leergeld-directeur Gaby van den Biggelaar de stijging. “Daarnaast zijn laptops veruit de grootste kostenpost voor ouders met schoolgaande jeugd. Op het gros van de middelbare scholen is een laptop inmiddels even essentieel als lesboeken.”
Wettelijk gezien zijn scholen die laptops voorschrijven zelf verantwoordelijk om deze aan leerlingen te leveren. Maar in de praktijk draaien ouders regelmatig gedeeltelijk of geheel voor de kosten op. Uit onderzoek van de Schoolkostenmonitor blijkt dat 7 op de 10 ouders kosten maken voor een laptop of tablet: gemiddeld zo’n 582 euro per kind. Daar komen de kosten voor software nog bovenop.
Dat een groeiende groep ouders de kosten moeilijk kan dragen, is voor een samenwerkingsverband van twaalf hulporganisaties – waaronder Leergeld, Ouders & Onderwijs, de PO- en VO-Raad – reden om de oproep te doen aan het kabinet: financier digitale lesmiddelen voortaan net als schoolboeken uit publieke middelen.
Van den Biggelaar: “Het is belachelijk dat kinderen een laptop nodig hebben om aan de leerplicht te voldoen, maar dat ouders bij een particuliere stichting als de onze moeten aankloppen om deze te kunnen betalen. We voeren deze discussie al jaren, er moet nu maar eens een oplossing komen.”
Geen extra middelen
Uit een steekproef van Nieuwsuur bij ruim vijftig middelbare scholen blijkt dat er grote verschillen bestaan in de manier waarop scholen laptoponderwijs vormgeven en financieren. Welke laptop een school voorschrijft, hoe hoog de kosten voor de ouders zijn en welke financiële steunregelingen er beschikbaar zijn, verschilt per gemeente en per school.
Zo kan het zijn dat een leerling in Zeist zelf verantwoordelijk is voor de aanschaf van een MacBook, terwijl een leeftijdgenoot in Oosterhout een laptop van school krijgt.
Daarnaast zijn de kosten voor sommige scholen reden om de laptop dan maar helemaal te schrappen. Zoals op de Cobbenhagenscholen in Tilburg. “Op onze vestiging havo-atheneum werken we sinds enige jaren met laptops”, vertelt directeur Ronald Verschuren. Maar op de direct naastgelegen Cobbenhagen-mavo ontbreken de laptops nog. “Een flink deel van de ouders zou die kosten moeilijk kunnen dragen, dus zien we er vooralsnog vanaf.”
Volgens Verschuren ontbreekt het aan overheidsbeleid. “Scholen hebben wel de verantwoordelijkheid voor digitale lesmiddelen gekregen, maar geen extra middelen. Laptops kosten serieus geld, als we dat uit eigen zak moeten betalen, gaat dat ten koste van andere dingen.”
Prijskaartje
Het is niet de eerste keer dat maatschappelijke organisaties de kwestie aankaarten in Den Haag. In 2021 erkende toenmalig onderwijsminister Arie Slob al dat de ‘Wet Gratis Schoolboeken’ zowel in naam als in de praktijk achterliep op de realiteit van digitaal onderwijs.
Maar aan de invoer van publiek gefinancierde digitale lesmiddelen hing toen al een prijskaartje: jaarlijks 84 miljoen euro. Vorig jaar schreef Onderwijsminister Robbert Dijkgraaf aan de Kamer nog wel dat er een “duurzame oplossing” moest komen, maar het kabinet viel voordat die er was.
De ouder- en onderwijsorganisaties vestigen hun hoop nu op het nieuwe kabinet. “In Den Haag lopen ze bij deze discussie al jaren in een cirkeltje, terwijl de problemen voor steeds meer ouders toenemen”, zegt Van den Biggelaar.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap laat Nieuwsuur weten dat het de kosten voor publiek verstrekte laptops in het middelbaar onderwijs inmiddels heeft berekend op 201 miljoen euro. In het Hoofdlijnenakkoord zijn hiervoor geen extra middelen vrijgemaakt. Wel onderzoekt het ministerie de effectiviteit van bestaande regelingen en zal de minister de Kamer daar in het najaar over informeren.