De werkloosheid kwam uit op 11,2 procent van de beroepsbevolking, tegen 11,3 procent in december en 11,8 procent in januari 2014. Economen hadden in doorsnee verwacht dat de werkloosheid 11,4 procent zou bedragen. Volgens Eurostat waren er in januari in het eurogebied 18 miljoen mensen werkloos. Dat zijn er 140.000 minder dan in december en bijna 900.000 minder dan in januari 2014.
De werkloosheid in de gehele Europese Unie zakte in januari naar 9,8 procent, van 9,9 procent een maand eerder. In de gehele EU zitten 23,8 miljoen mensen zonder betaald werk.
De laagste werkloosheid werd gemeten in Duitsland (4,7 procent) en Oostenrijk (4,8 procent). In Griekenland is de werkloosheid met 25,8 procent onveranderd het hoogst. Dat cijfer toont de situatie van november, de meest recente maand waarvoor cijfers beschikbaar zijn. In Nederland bedroeg de werkloosheid in januari 7,2 procent van de beroepsbevolking.
De jeugdwerkloosheid in de eurozone daalde in januari naar 22,9 procent, van 24,3 procent een jaar eerder. Voor de gehele EU werd een jeugdwerkloosheid gemeten van 21,2 procent, ofwel 4,9 miljoen personen jonger dan 25 jaar.