Uit onderzoek van BZK blijkt dat gemeenten sinds 2015 ruim 2,4 miljard euro hebben bezuinigd op hun uitvoeringscapaciteit, terwijl hun takenpakket juist fors toenam. Dat is een krimp van bijna 15%. De oorzaak? De oplopende tekorten in het sociaal domein.
Onderzoek bevestigt dat er structurele financiële oplossingen moeten komen
Voor de VNG bevestigt dit onderzoek dat er hoognodig iets moet gebeuren om de financiële problemen bij gemeenten structureel op te lossen. Algemeen directeur Leonard Geluk: ‘Dat er de komende jaren nog steeds 675 miljoen euro gekort wordt op de uitvoeringscapaciteit van gemeenten via de opschalingskorting is uiterst onverstandig. Daar moet acuut een einde aan komen, als je ziet dat gemeenten al 15% van hun uitvoeringscapaciteit hebben moeten inleveren’.
Onderzoek BZK op verzoek van Tweede Kamer
Op verzoek van de Tweede Kamer liet de minister van BZK een onderzoek uitvoeren naar de financiële positie van gemeenten. Het onderzoek is op 16 april aangeboden aan de Tweede Kamer en de uitkomsten zijn duidelijk: gemeenten zijn financieel in de knel geraakt. De toenemende druk op de financiële positie leidt tot een sluipende uitholling van het voorzieningenniveau. Gemeenten doorlopen al vanaf 2010 onophoudelijk bezuinigingsrondes waarbij in de uitvoeringskosten wordt gesneden.
Voorzieningenniveau verschraalt
Naast bezuinigen op de eigen uitvoeringsorganisatie, leiden de financiële tekorten bij gemeenten ook tot andere verdringingseffecten, luidt de conclusie. Er is sprake van verschraling van het voorzieningenniveau. Bijvoorbeeld door het beperken van openingstijden, het verlagen van kwaliteitsniveaus van onderhoud of het versoberen van minimaregelingen. De uitgaven in het sociaal domein zijn volgens het onderzoek het koekoeksjong op de gemeentebegroting. Het dwingende karakter van deze uitgaven leidt tot verdringing van uitgaven aan andere taken, zoals onderwijs, sport en cultuur.
Investeringen en onderhoud openbare ruimte op steeds lager pitje
Ook investeringen in de openbare ruimte worden afgeschaald en uitgesteld. ‘Wij hebben onze investeringen voor circa 25% afgeschaald’, aldus een gemeente die in het onderzoek wordt aangehaald. Veel gemeenten rekken de afschrijvingstermijnen op waarin zij hun kapitaalgoederen, zoals wegen en schoolgebouwen, afschrijven. Op papier gaan deze investeringen dan langer mee, maar in de praktijk is de levensduur niet gewijzigd. In het onderzoek wordt dit omschreven als ‘een sluipende uitholling van het voorzieningenniveau’.
Balansreserves namen af met 30%
Gemeenten moeten alles uit de kast trekken om financieel hun hoofd boven water te houden. Hierdoor is de financiële positie van gemeenten onder grote druk komen te staan. Gemeenten hebben de afgelopen jaren fors ingeteerd op hun reserves: in de periode 2010- 2019 zijn deze met circa 30% afgenomen. Het afbouwen van balansreserves door exploitatietekorten is synoniem met het zwaarder belasten van het bezit met schulden.
Hogere lokale lasten
Gemeenten zien steeds vaker geen andere uitweg meer dan de lokale lasten te verhogen. Ze proberen zo lang mogelijk de rekening niet bij de inwoners neer te leggen, maar toch zijn de inkomsten uit de onroerendezaakbelasting in de periode 2010-2019 gemiddeld met circa 14% toegenomen. Dit is volgens het onderzoek een duidelijk signaal dat de financiële druk bij gemeenten is toegenomen.