In het eerste kwartaal van 2018 is het aantal banen met 76 duizend toegenomen, de grootste banengroei na het tweede kwartaal van 2007. De afgelopen vier jaar is het aantal banen vrijwel onafgebroken toegenomen, in totaal met ruim 600 duizend. Daarbij zijn alle banen meegeteld, van werknemers en zelfstandigen, voltijd en deeltijd.
Banen werknemers groeien vier jaar op rij
Het aantal banen van werknemers steeg in het eerste kwartaal van 2018 met 70 duizend. Het totaal kwam daarmee uit op 8 286 duizend. Het aantal banen van werknemers groeit nu vier jaar op rij. Daarnaast nam het aantal banen van zelfstandigen met 7 duizend toe tot 2 098 duizend.
Grootste stijging banen in de handel, vervoer en horeca
In de bedrijfstak handel, vervoer en horeca steeg het aantal banen in het afgelopen kwartaal, met 23 duizend, het sterkst. Het is de grootste stijging in deze bedrijfstak na het eerste kwartaal van 2006.
Ook in de zakelijke dienstverlening (+21 duizend), uitzendbranche (+17 duizend), zorg (+5 duizend) en industrie (+3 duizend) is de werkgelegenheid in het eerste kwartaal van 2018 gegroeid. De groei in de zorg is wel minder groot dan in het vorige kwartaal. In heel 2017 groeide de zorg met ongeveer 37 duizend banen. Het aantal banen in de overige bedrijfstakken bleef in het eerste kwartaal van 2018 min of meer gelijk.
Ruim 40 procent van alle banen die er in de afgelopen vier jaar zijn bijgekomen, is toe te schrijven aan de uitzendbranche (+261 duizend). Hiermee telt de uitzendbranche 845 duizend werknemersbanen. Dat is 10 procent van alle banen van werknemers.
Meer gewerkte uren
Werknemers en zelfstandigen werkten in het eerste kwartaal van 2018 in totaal 3,3 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, 0,4 procent meer dan een kwartaal eerder. Per baan wordt gemiddeld 24 uur per week gewerkt. Omdat een substantiële groep meer dan één baan heeft, zijn werkenden gemiddeld 27 uur per week aan het werk, na aftrek van vakantiedagen en ziekteverzuim.
Vast werk meer gegroeid dan flex bij werknemers
In het eerste kwartaal was het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie 124 duizend hoger dan een jaar eerder, een groei van 2,4 procent. Het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie nam in een jaar tijd met 38 duizend toe, wat neerkomt op een groei van 2 procent. Naar verhouding groeide bij werknemers het vaste werk daarmee sterker dan het flexwerk. Dit was sinds begin 2009 niet meer voorgekomen. Hiermee is het aandeel werknemers met een vast contract met 73,3 procent iets hoger dan een jaar terug. De toename betrof vooral werkenden met een grote deeltijdbaan of een voltijdbaan.
Aantal vacatures stijgt verder
Het aantal openstaande vacatures steeg in het eerste kwartaal van 2018 met 8 duizend. Hierdoor waren er eind maart 235 duizend openstaande vacatures, 49 duizend meer dan een jaar eerder. Inmiddels groeit het aantal vacatures al bijna vijf jaar. Er zijn al meer dan tweeënhalf keer zoveel vacatures als medio 2013, toen de laagste stand bereikt werd (91 duizend vacatures per eind juni 2013). Alleen in de jaren tussen 2006 en 2008 waren er meer vacatures dan nu. Destijds lag de piek op 249 duizend, 14 duizend meer openstaande vacatures dan in het eerste kwartaal van 2018
Meeste vacatures erbij in de zakelijke dienstverlening
In bijna alle bedrijfstakken nam het aantal openstaande vacatures in het eerste kwartaal toe, het meest in de zakelijke dienstverlening (+2 duizend). Ook in de bedrijfstakken vervoer en opslag en de handel kwamen er bijna 2 duizend vacatures bij. Alleen in de financiële dienstverlening en in de overige diensten was er in het eerste kwartaal een kleine afname. Met 45 duizend vacatures is de handel de bedrijfstak met de meeste vacatures; een vijfde van het totaal. Het aantal openstaande vacatures in de informatie en communicatie groeide naar 17 duizend, het hoogste aantal ooit gemeten.
Ten opzichte van een jaar geleden zijn er 10 duizend vacatures meer in de zakelijke dienstverlening. Ook in de handel (+9 duizend), de bouw (+6 duizend) en de industrie (+5 duizend) is het aantal vacatures aanzienlijk toegenomen in vergelijking met eind maart 2017.
Vacaturegraad neemt toe
Dankzij een oplopend aantal vacatures steeg de vacaturegraad, het aantal vacatures per duizend banen van werknemers, van 27 naar 29 in het eerste kwartaal. Een jaar geleden was dat nog 24 op de duizend banen. Tien jaar geleden lag de vacaturegraad op 30, en in het tweede kwartaal van 2007 zelfs op 32, de hoogste stand in de afgelopen twintig jaar.
In alle bedrijfstakken neemt de vacaturegraad toe. Al bijna vier jaar is de vacaturegraad het hoogst in de bedrijfstak informatie en communicatie. Eind maart waren er in deze bedrijfstak 65 vacatures op duizend banen, een toename van 8 in het eerste kwartaal. De grootste stijging (van 26 naar 36) doet zich echter voor in de bedrijfstak winning en distributie van water. Ook in de bouw is de vacaturegraad hoog (50 vacatures per duizend banen). Daarentegen is de vacaturegraad het laagst in het onderwijs, met 10 vacatures per duizend banen.
Vacatures minder snel vervuld
Het afgelopen kwartaal ontstonden er 281 duizend nieuwe vacatures en werden er 273 duizend vacatures vervuld. Anders dan in het vierde kwartaal nam het aantal vervulde vacatures sneller toe (+12 duizend) dan het aantal ontstane vacatures (+8 duizend). In vergelijking met de piek eind 2007 lag zowel het aantal vervulde (+9 duizend) als het aantal ontstane vacatures (+4 duizend) eind maart 2018 hoger.
Arbeidsmarkt twee kwartalen gespannen
Doordat het aantal vacatures oploopt, terwijl het aantal mensen dat werkloos is verder daalt, neemt de spanning op de arbeidsmarkt toe. Tegenover elke openstaande vacature stonden in het eerste kwartaal van 2018 gemiddeld 1,6 werklozen. De arbeidsmarkt is nu twee kwartalen gespannen. Een gespannen arbeidsmarkt betekent dat de vraag naar arbeid bovengemiddeld is en het beschikbare aanbod relatief laag. Toch is de arbeidsmarkt nog niet zo krap als in 2008. Toen waren er per openstaande vacature 1,3 werklozen.
Werkloosheid verder gedaald
In het eerste kwartaal van 2018 waren er, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, 368 duizend personen zonder werk die recent naar werk hebben gezocht en direct beschikbaar zijn. Dit zijn de werklozen volgens de definitie van de International Labour Organization (ILO). Hun aantal nam af met 30 duizend personen ten opzichte van een kwartaal eerder. Daarmee was 4,1 procent van de beroepsbevolking werkloos. De werkloosheid piekte in het eerste kwartaal van 2014 met 7,8 procent. Sindsdien is deze 16 kwartalen op rij gedaald.
Ook het aantal werklozen die al een jaar of langer op zoek zijn naar werk, is verder afgenomen. In het eerste kwartaal van 2018 waren er 136 duizend mensen langdurig werkloos. Dat zijn er 46 duizend minder dan een jaar eerder. Daarmee kwam het aandeel langdurig werklozen in de totale werkloosheid uit op 34 procent.
Drie jaar eerder bereikte het aandeel langdurig werklozen het hoogste punt met 44 procent. Sindsdien is dit aandeel afgenomen. Deze daling was relatief sterk onder 25- tot 45-jarigen. Begin 2018 was 28 procent van de werkloze 25- tot 45-jarigen een jaar of langer op zoek naar werk. Bij 45-plussers was er weliswaar ook sprake van een afname, maar blijft het aandeel langdurig werklozen met 56 procent relatief hoog. Onder jonge werklozen (tot 25 jaar) was dit het laagst met 10 procent.
Stromen in en uit werkloosheid
In het eerste kwartaal waren er 106 duizend werkenden die drie maanden eerder nog werkloos waren. Tegelijkertijd werden 62 duizend mensen werkloos die drie maanden ervoor nog een betaalde baan hadden. Door deze stromen tussen werk en werkloosheid verminderde het aantal werklozen met 44 duizend.
In dezelfde periode werden er 153 duizend mensen werkloos doordat ze op zoek gingen naar werk zonder een baan te vinden. Hiertegenover stonden 139 duizend werklozen die stopten met zoeken en zich terugtrokken van de arbeidsmarkt. Hierdoor nam het aantal werklozen met 14 duizend toe. Door deze instroom in de werkloosheid vanuit de niet-beroepsbevolking en de uitstroom van werklozen naar werk, daalde de werkloosheid ten opzichte van vorig kwartaal per saldo met 30 duizend.
Krimp onbenut arbeidspotentieel
De werkloosheidscijfers volgens de ILO-definitie omvatten niet alle mensen zonder werk die recent naar werk hebben gezocht of die direct zouden kunnen beginnen. Bovendien blijven deeltijdwerkers die meer uren willen werken buiten beschouwing. Het CBS brengt ook deze deelgroepen van het zogenoemde onbenut arbeidspotentieel in kaart. In het eerste kwartaal van 2018 bestond het totale onbenut arbeidspotentieel uit 1,2 miljoenmensen. Een jaar eerder was dat nog 1,4 miljoen.
Het onbenut potentieel bestaat uit vier deelgroepen. Het ging in het eerste kwartaal van 2018 naast 396 duizend werklozen (niet-seizoengecorrigeerd) om 253 duizend mensen die direct beschikbaar waren voor werk, maar niet recent hebben gezocht en 151 duizendmensen die niet beschikbaar waren, maar wel hebben gezocht. De vierde groep bestaat uit 402 duizend onderbenutte deeltijdwerkers. In tegenstelling tot voorgaande groepen hebben zij wél betaald werk. Zij werken echter minder dan 35 uur per week in de hoofdbaan, willen meer uren werken en zijn hier ook direct voor beschikbaar.