Veel mensen met een Wajonguitkering kunnen en willen werken of studeren. Dat kan vaak, en daar is ondersteuning voor, maar er zijn ook nog altijd regels die in de weg zitten. Bovendien zijn er nu verschillende regels voor mensen met eenzelfde positie. Om daar iets aan te doen, gaat Tamara van Ark de wet over de hele linie aanpassen.
“Ik wil Wajongers zo meer duidelijkheid en zekerheid geven”, zegt staatssecretaris Van Ark. Op verzoek van de vorige staatssecretaris is onderzocht welke regels goed werken en welke niet. Met die knelpunten is Van Ark aan de slag gegaan. “Als iemand met een Wajonguitkering meer uren gaat werken, moet hij er ook op vooruit gaan. En als een Wajonger gaat studeren of onderwijs volgt, dan wil ik dat stimuleren. Ook moet een Wajonger die wil werken zich beschermd weten, mocht hij of zij onverhoopt dat werk verliezen.”
Zij wil er onder meer voor zorgen dat
- Wajongers er financieel op vooruit gaan als ze werken of meer gaan werken;
- Wajongers als zij hun werk verliezen langer terug kunnen vallen op de Wajonguitkering;
- Wajongers goede ondersteuning krijgen bij het vinden van werk;
- Wajongers hun volledige uitkering houden als ze gaan studeren;
- ernstig meervoudig beperkte leerlingen die onderwijs volgen aanspraak kunnen maken op een Wajong2015 uitkering.
De Wajonguitkering is er voor mensen die arbeidsbeperkt zijn door een ziekte of beperking die vóór hun 18e verjaardag is geconstateerd. Sinds 2015 komen alleen nog mensen in aanmerking voor een Wajonguitkering als ze duurzaam en volledig geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben. Voor dat jaar zijn er verschillende regelingen geweest.
Om dit te vereenvoudigen en te verbeteren wil Van Ark de studieregeling in de Wajong2010 afschaffen. Die studieregeling houdt in dat deze Wajongers als ze studeren een kwart van hun uitkering overhouden. Wajongers die studeren houden dan hun volledige uitkering. De vele verschillende regels voor inkomensondersteuning in de oWajong en Wajong2010 worden sterk vereenvoudigd en in lijn met elkaar gebracht. Daarbij wordt rekening gehouden met de huidige inkomenspositie van werkende Wajongers.
Met de genoemde maatregelen investeert het kabinet extra in Wajongers. Voor de betere ondersteuning aan mensen met een Wajonguitkering trekt het kabinet daarnaast nog extra geld uit. Ook worden arbeidsdeskundigen, adviseurs intensieve dienstverlening en andere vakmensen bij het UWV beter opgeleid. Wajongers die al aan het werk zijn houden de ondersteuning die zij nodig hebben, ook als dat hun hele carrière nodig is. Overigens betekent dit dat het niet per definitie een besparing oplevert als mensen met een Wajong-uitkering gaan werken of studeren. Zij hebben namelijk vaak een hoge mate van structurele ondersteuning nodig. Dat neemt niet weg dat het kabinet alles in zijn werk zet om ook mensen met een arbeidsbeperking te activeren en aan werk te helpen.