Om makkelijker in verschillende Europese landen te kunnen werken, is het belangrijk dat ook de regels rond de sociale zekerheid gecoördineerd worden. Zeker nu er een krappe arbeidsmarkt is, is het voor Nederland gunstig als mensen uit andere lidstaten hier aan de slag zijn.
Vanaf 2016 is er onderhandeld over deze nieuwe regels. Nederland heeft daarbij steeds aangegeven dat regelgeving recht moet doen aan de manier waarop wij ons vangnet voor werkloosheid hebben ingericht. De ww is er immers op gericht dat mensen zo snel mogelijk weer aan de slag gaan.
Het kabinet stelt vast dat in de wetgeving die er nu lijkt te komen, de prikkels om te gaan werken onvoldoende uit de verf komen. Zo is het straks mogelijk om met een Nederlandse ww-uitkering langer werk te zoeken in een andere lidstaat dan in de huidige richtlijn. In een aantal lidstaten ligt het gemiddelde salaris lager zodat het minder aantrekkelijker is werk te accepteren.
De afgelopen maanden heeft Nederland met andere, gelijkgezinde landen geprobeerd wijzigingen in de voorstellen te krijgen. Het is gelukt om een wachttijd voor het verkrijgen van een Nederlandse ww-uitkering in de regelgeving op te nemen. Maar helaas zijn de verruimde mogelijkheden om ww te exporteren onderdeel gebleven van de nieuwe richtlijn.
Nederland zal bezwaar blijven aantekenen tot de besluitvorming is afgerond.
Minister Koolmees werkt uiteraard samen met andere landen waar de ww naar geëxporteerd wordt. Zo voert Nederland gesprekken met Polen om de kans op werkhervatting daar te vergroten.