In juni waren 354 duizend mensen werkloos. Het aantal werklozen is tussen maart en juni met gemiddeld duizend per maand afgenomen. Het aantal werkenden groeide in dezelfde periode gemiddeld met 17 duizend per maand.
Minder werklozen stoppen met zoeken
De werkloosheid groeit en krimpt door vier verschillende stromen. De eerste is die van mensen die hun baan verliezen en werkloos worden. Tussen maart en juni waren dat er 64 duizend. De tweede is de tegengestelde stroom van werklozen die een baan vinden (100 duizend). Hierdoor daalde de werkloosheid dus met 36 duizend.
Deze daling werd echter gedempt door de som van de andere stromen. Het gaat enerzijds om mensen die de arbeidsmarkt op komen en werkloos worden (+ 156 duizend) en anderzijds om werklozen die zich terugtrekken van de arbeidsmarkt (-123 duizend). Het resultaat van deze twee tegengestelde stromen is dus een stijging van 33 duizend.
Vooral het aantal werklozen dat stopt met zoeken en de arbeidsmarkt verlaat is gekrompen. Tussen december en maart waren dat er 141 duizend, tussen maart en juni 123 duizend. Het aantal personen dat eerder niet behoorde tot de beroepsbevolking en op zoek ging naar werk is in dezelfde periode echter vrijwel stabiel gebleven. Dit betekent dat de dalende werkloosheid wordt gedempt doordat meer werklozen op zoek blijven naar werk en minder dan voorheen de zoektocht staken.
Meer mensen aan het werk
Tussen maart en juni gingen 308 duizend mensen aan het werk. 100 duizend daarvan waren eerder werkloos, 208 duizend maakten daarvoor nog geen deel uit van de beroepsbevolking. Daartegenover stonden 258 duizend werkenden die hun baan verloren of de arbeidsmarkt verlieten. Hierdoor is het aantal mensen met werk in deze periode met 50 duizend toegenomen, gemiddeld bijna 17 duizend per maand.