Het statistiekbureau baseert zich op gegevens uit 2016. In dat jaar was het gemiddelde uurloon voor flexwerkers 48 procent lager dan bij werknemers met vast dienstverband. Het gaat bij flexwerk bijvoorbeeld om werknemers met een tijdelijk contract, uitzendkrachten of werknemers die op oproepbasis werken.
De fikse kloof in het uurloon is voor een groot deel te verklaren door verschillen in de achtergrond tussen flexwerkers en vast personeel. Zo ligt de gemiddelde leeftijd bij flexibele arbeidskrachten een stuk lager, mede door het grote aandeel bijbaantjes. Daarnaast zijn flexwerkers in vergelijking met vaste medewerkers vaker laag opgeleid.
Toch zijn er ook verschillen in beloning als dit soort achtergrondkenmerken gelijk worden getrokken. Een flexwerker verdiende in dat geval gemiddeld 7 procent minder per uur dan werknemers met een vast contract, aldus het CBS. Als betalingen voor overwerk en incidentele beloningen worden meegerekend, loopt dat verschil zelfs op tot 9 procent.
Van alle werkende Nederlanders heeft een steeds groter deel een flexibele arbeidsrelatie. Vakbonden zijn kritisch over die ontwikkeling. Ze vinden dat werkgevers flexcontracten vooral gebruiken om goedkoper uit te zijn, terwijl ze eigenlijk bedoeld waren om “pieken en zieken” op te vangen. Ook staan werknemers bij loononderhandelingen minder sterk tegenover werkgevers als ze geen vast dienstverband hebben, stellen ze.