Samen met Duitsland, Luxemburg, België en Denemarken heeft Nederland een lange lijst met vragen ingediend. Zo willen ze weten waarom de mogelijkheid om een werkloosheidsuitkering naar het buitenland mee te nemen is uitgebreid van drie tot zes maanden. Ook vragen ze opheldering over hoe wordt gecontroleerd of een uitkeringsgerechtigde zich in zijn thuisland aan de sollicitatieplicht houdt en wie bepaalt of en wanneer in geval van fraude de uitkering wordt gestopt.
De hele Tweede Kamer en het kabinet zijn tegen de regeling, bleek tijdens een ingelast debat dinsdag in Den Haag. Werknemers die in een ander EU-land na minstens een maand werken onvrijwillig werkloos worden, krijgen het recht hun werkloosheidsuitkering zes maanden mee te nemen naar eigen land. De aanspraak op de uitkering wordt beoordeeld op basis van het ook elders opgebouwde arbeidsverleden. In de huidige wetgeving heeft een ontslagen werknemer na één dag werk recht op het exporteren van zijn WW gedurende drie maanden.
De uitbreiding van WW-export is onderdeel van een pakket voorstellen van de Europese Commissie van december 2016 om de socialezekerheidsstelsels in de EU beter op elkaar af te stemmen.