Volgens de NIDI-onderzoekers rechtvaardigt dat een AOW-leeftijd die ruim vier jaar lager ligt. In 2021 zou dat betekenen dat lageropgeleiden met 62,3 jaar met pensioen zouden kunnen, terwijl werknemers volgens de huidige regels pas bij 67 jaar kunnen stoppen met werken. Dat loopt op naar respectievelijk 65,2 jaar en 70 jaar in 2050. Voor hogeropgeleide werknemers zouden de huidige regels wel kunnen blijven gelden.
De oproep om een gediversifieerde AOW-leeftijd in te voeren is de laatste jaren al van verschillende kanten te horen geweest. Met de keuze van de overheid om de AOW-leeftijd voor iedereen aan te passen aan de gestegen levensverwachting, is geen rekening gehouden met het feit dat mensen die lager zijn opgeleid zijn of zwaar werk doen een kortere levensverwachting hebben. Bovendien werken zij meer jaren voor ze recht op AOW krijgen en treft de huidige regeling armere mensen zwaarder dan rijkere mensen.