Het totale klimaat- en energiebeleid tot 2030 leidt volgens het planbureau tot 2030 tot een inkomensachteruitgang van gemiddeld 1,3 procent. Voor lagere inkomens is het negatieve effect 1,8 procent en voor hogere 0,8 procent. Dat komt grotendeels door het al in gang gezette klimaat en energiebeleid, zegt het CPB.
Ook in de periode tot 2021 leveren lagere inkomens meer in dan hogere, staat in de doorrekening.
Volgens het CPB zullen de klimaatkosten voor huishoudens hoger uitvallen dan die van het bedrijfsleven. Het totale klimaat- en energiebeleid zorgt voor 5,2 miljard aan lastenverzwaringen tot 2030. Hiervan komt 3 miljard voor rekening van gezinnen. Volgens CPB-directeur Laura van Geest zullen bedrijven zo’n 80 procent van hun klimaatkosten doorberekenen aan de burgers.
In berekeningen van het CPB staat dat het totale klimaat- en energiebeleid ongeveer 0,5 procent economische groei kost. Negatief voor de groei zijn vooral de lastenverzwaringen die de klimaatmaatregelen meebrengen. De gevolgen voor de werkgelegenheid zijn volgens Van Geest op langere termijn beperkt.