Dat concludeert VluchtelingenWerk Nederland in de maandag verschenen IntegratieBarometer 2018. Het onderzoek is uitgevoerd door het Verwey-Jonker Instituut.
Volgens het onderzoek zien vluchtelingen de taal als sleutel voor deelname aan de samenleving. Taal is belangrijk voor bijvoorbeeld het leggen van contacten met Nederlanders en het vinden van werk.
De wil om in te burgeren is er, de praktijk blijkt vaak weerbarstig. Zo hebben de inburgeraars grote moeite bij het vinden van de juiste cursus en het voldoen aan de inburgeringsplicht binnen de gestelde termijn van drie jaar. Daarbij komt dat de nieuwkomers veel zorgen en stress hebben door hun vlucht en over hun achtergebleven familieleden.
Uit het onderzoek blijkt dat de sancties voor het niet op tijd voldoen aan de inburgeringsplicht zeer zwaar op de inburgeraars drukken en risicomijdend gedrag veroorzaken. De vluchtelingen kunnen tot 10.000 euro lenen om cursussen te volgen en examen te doen. De lening wordt kwijtgescholden als de inburgeraar slaagt, wie zakt voor de toets moet het geleende bedrag terugbetalen en krijgt een boete. Het gevolg is dat vluchtelingen ervoor kiezen de taal op een lager niveau te leren en werk uit te stellen.
Er moet meer oog komen voor de persoon achter de inburgeraar, vindt VluchtelingenWerk. Directeur Dorine Manson: ,,Door meer rekening te houden met persoonlijke omstandigheden, het hanteren van een flexibele inburgeringstermijn en hun motivatie, in plaats van wantrouwen als uitgangspunt te nemen voor het beleid, kunnen de resultaten aanzienlijk verbeterd worden.”