Het aantal gewerkte uren groeide met 2,4 procent. Hiermee leverde de toename van de werkgelegenheid de op een na grootste bijdrage aan de economische groei van deze eeuw. In 2016 en 2017 was de toenemende werkgelegenheid ook al de motor van de Nederlandse economie. De arbeidsproductiviteit (bbp per gewerkt uur) groeide met 0,3 procent. Sinds 2014 is de groei van de arbeidsproductiviteit gemiddeld lager dan in de periode voor de crisis.
Meer mensen aan het werk dan ooit
Vorig jaar was voor de arbeidsmarkt opnieuw een jaar van records. Niet alleen het aantal gewerkte uren steeg tot recordhoogte, ook het aantal banen nam flink toe tot een nieuwe recordstand van 10,4 miljoen. Er waren ook meer mensen aan het werk dan ooit.
Verder lag het aantal openstaande vacatures met 248 duizend hoger dan het recordaantal vacatures in 2008. De werkloosheid daalde tot de laagste stand na 2008 en kwam uit op gemiddeld 350 duizend. Door het oplopen van de vacatures en afnemen van de werkloosheid, is de spanning op de arbeidsmarkt in het laatste kwartaal van 2018 verder opgelopen naar een nieuw hoogtepunt. Het vorige lag kort voor het begin van de crisis, toen er gemiddeld 79 vacatures waren per 100 werklozen. In het vierde kwartaal van 2018 waren dat er 80.
Beschikbaar inkomen groeit bijna net zo hard als bbp
Het netto reëel beschikbaar inkomen van huishoudens is in 2018 met 2,6 procent gestegen. Huishoudens behaalden vooral meer inkomsten uit arbeid. Ook dat heeft grotendeels te maken met de toegenomen werkgelegenheid. De reële loonstijging is al jaren gematigd. De groei van het netto reëel beschikbaar inkomen was bijna net zo groot als de groei van het bbp van 2,7 procent.
De inkomensgroei is voor het vijfde jaar op rij positief en bovendien de grootste groei van het netto reëel beschikbaar inkomen van huishoudens na 2001. Toen groeide het beschikbare inkomen met 6,4 procent. Sinds 2014 loopt de groei van het beschikbaar inkomen per hoofd van de bevolking redelijk gelijk op met die van het bbp. Alleen in 2017 bleef de groei van het beschikbaar inkomen duidelijk achter bij de bbp-groei.
Groei leunde sterk op binnenlandse bestedingen
Het hogere huishoudinkomen vertaalde zich ook in een hogere consumptie. Deze leverde in 2018 van alle bestedingscategorieën de grootste bijdrage aan de economische groei. Naast de consumptie leverden ook de investeringen in vaste activa een grotere bijdrage aan de groei dan het handelssaldo. In voorgaande jaren was de buitenlandse handel de motor van de economie.
Conjunctuurbeeld minder positief
De Nederlandse economie verkeerde ook in 2018 volgens de CBS-Conjunctuurklok in hoogconjunctuur. De hoogconjunctuur bereikte in augustus een hoogtepunt. Daarna is het conjunctuurbeeld zeven maanden achter elkaar minder positief geworden.
Een van de indicatoren uit de Conjunctuurklok die de afgelopen maanden het meest verslechterd is, is het consumentenvertrouwen. Dat geeft de opvatting van consumenten weer over de gehele economie en hun eigen financiële situatie. Het sentiment onder consumenten loopt vaak voor op de economie. Een negatief consumentenvertrouwen hoeft echter niet altijd te betekenen dat de conjunctuur gaat verslechteren.
Het vertrouwen van consumenten bereikte in april 2018 met 25 een piek. Daarna is het gedaald en in februari 2019 waren consumenten voor het eerst in ongeveer drie jaar negatief: er waren meer pessimisten dan optimisten. In maart 2019 verslechterde de stemming verder. In 2007 was het dalen van het consumentenvertrouwen een van de eerste signalen van de naderende crisis.