Volgens de CBS Consumptieradar zijn de omstandigheden voor de consumptie in mei iets minder gunstig dan in maart.
Consument verbruikt opnieuw minder gas
De consumptie van overige goederen, zoals energie en motorbrandstoffen, was in maart 6,6 procent lager dan een jaar eerder. Huishoudens verbruikten vooral minder gas. Dit komt doordat het in maart 2019 zachter was dan in maart 2018.
Aan duurzame goederen besteedden consumenten daarentegen 5 procent meer dan in maart 2018. Ze gaven vooral meer uit aan woninginrichting, huishoudelijke apparaten, kleding en schoenen. Aan personenauto’s hebben consumenten echter minder besteed. Verder gaven consumenten 1 procent meer uit aan voedings- en genotmiddelen dan een jaar eerder.
Vorige week meldde het CBS dat de detailhandel in maart 4,4 procent meer heeft omgezet dan in maart 2018. Het verkoopvolume lag 3,6 procent hoger. Ook dit cijfer is gecorrigeerd voor de samenstelling van koopdagen.
De uitgaven aan diensten, zoals verzekeringen, woninghuur, openbaar vervoer en een bezoek aan restaurant of kapper, lagen in maart 1,6 procent hoger dan een jaar eerder. Uitgaven aan diensten maken ruim de helft van de totale binnenlandse consumptieve bestedingen uit.
Omstandigheden voor consumptie in mei iets minder gunstig dan in maart
Het CBS publiceert elke maand ook over de omstandigheden voor de consumptie in de consumptieradar. De consumptie door huishoudens hangt onder meer samen met de verwachtingen van consumenten, de situatie op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van hun vermogen. De indicatoren in de radar hangen goed samen met de consumptie door huishoudens, maar een verbetering van de omstandigheden betekent niet per se een hogere groei van de consumptie.
Volgens de CBS Consumptieradar zijn de omstandigheden voor de consumptie door Nederlandse huishoudens in mei iets minder gunstig dan in maart. Dat komt vooral doordat de stijging van de werkzame beroepsbevolking kleiner was. Ook waren ondernemers in de industrie minder positief over de toekomstige werkgelegenheid in hun bedrijf en was de stijging van de prijzen van bestaande koopwoningen kleiner.