De raad deed uitspraak in de zaken van twee vreemdelingen die een tijdelijke verblijfsvergunning hadden voor verblijf bij een familie- of gezinslid. Toen zij na ruim vijf jaar een verblijfsvergunning voor voortgezet verblijf aanvroegen, wees de staatssecretaris die af, omdat ze het inburgeringsexamen niet hadden gehaald.
Dat is op zich geoorloofd. ,,Maar de verplichting om zo’n inburgeringsexamen te halen mag niet verder gaan dan nodig is om het doel ervan te bereiken, namelijk om de integratie van vreemdelingen makkelijker te maken”, oordeelt de raad.