Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau MWM2 onder 1.080 hbo- en wo-studenten. Bij zes op de tien studenten betalen ouders mee aan de studie. Van die groep zegt twee derde niet te kunnen studeren zonder deze financiële steun. Meer dan de helft van de studenten is dan ook niet te beroerd om regelmatig iets terug te doen, zoals een klusje in en om het huis.
Student wil wel uit huis, maar kan het niet betalen
Studenten verlangen wel naar zelfstandigheid. De helft van de thuiswonende studenten wil uit huis, maar kan dat gewoonweg niet betalen. Dit terwijl slechts 36 procent van de thuiswonenden het fijn vindt bij pa en ma. De ouders zelf lijken het geen probleem te vinden dat hun kinderen langer thuis blijven. Studenten die thuis wonen, hoeven namelijk vrijwel niets terug te doen: 33 procent van de thuiswonende studenten betaalt af en toe mee aan de boodschappen, 5 procent betaalt huur, maar het grootste deel (64 procent) betaalt helemaal niets. In sommige gevallen beïnvloedt de financiële afhankelijkheid de onderlinge relatie wel: bij 14 procent van de studenten oefenen de ouders door hun financiële steun invloed uit op de uiteindelijke studiekeuze van hun kroost. Aan de andere kant helpt de invloed van de ouders ook positief, bijvoorbeeld om een duurdere studie te kunnen volgen.
Leenangst groter onder ‘leenstelselstudenten’
Sinds de invoering van het sociaal leenstelsel ontvangen studenten geen basisbeurs meer. In plaats daarvan kunnen zij van de overheid geld lenen voor hun studie. Zes op de tien studenten die onder het leenstelsel vallen, doen dit ook. Toch is driekwart van hen niet blij met het leenstelsel. Ze beschouwen de studielening als een ‘noodzakelijk kwaad’ of vinden het ‘belachelijk’ dat deze nodig is om te kunnen studeren. Van de studenten die lenen, maakt het leeuwendeel zich zorgen over de aflossing na de studie. ‘Leenstelselstudenten’ zijn aanzienlijk banger (73 procent) dan de ‘basisbeurzers’ (65 procent). Veel van de leenstelselstudenten zijn daarentegen niet op de hoogte van de terugbetaaltermijn: 39 procent weet niet dat deze is verlengd naar 35 jaar.
Bijbaan cruciaal voor zelfstandigheid
Naast de ouderlijke steun is ook de bijbaan belangrijk voor studenten. Bijna de helft van de studenten zegt zonder de zelfverdiende euro’s niet te kunnen studeren. Het afschaffen van de bijverdiengrens heeft vooralsnog geen grote gevolgen voor de gewerkte uren. Leenstelselstudenten werken gemiddeld 13,8 uur per week, basisbeurzers gemiddeld 15,9 uur. “Wij zien dat eerstejaarsstudenten gemiddeld zo’n 400 euro bruto per maand bijverdienen. Oudere studenten verdienen al gauw 600 euro of meer”, zegt Ineke Kooistra, CEO van YoungCapital. “Die bijdrage is cruciaal voor hun zelfstandigheid. Zonder bijbaan zouden zes op de tien studenten die al op kamers wonen, nog bij hun ouders thuis zitten.”