Een veel lager inkomen, twee keer zo vaak langdurig arm, drie keer zo vaak afhankelijk van een uitkering: de positie van laaggeletterden in de samenleving is substantieel slechter dan die van niet-laaggeletterden, zo toont het onderzoek aan. Een belangrijke conclusie is dat armoede en laaggeletterdheid hand in hand gaan: laaggeletterdheid is vaak een belemmering om zelfredzaam te zijn en armoede vergroot de kans op laaggeletterdheid.
Aanpak van armoede ontoereikend
Het is daarom van belang om bij de aanpak van armoede ook rekening te houden met taal- en rekenvaardigheid. Dit gebeurt nog veel te weinig. Nu blijkt er een duidelijke, significante relatie te zijn tussen de twee. “Wij pleiten ervoor dat in de aanpak van armoede structureel naar laaggeletterdheid gekeken gaat worden en dat mensen die een laag taalniveau hebben, verwezen worden naar een cursus in de buurt”, zegt Merel Heimens Visser, directeur van Stichting Lezen & Schrijven.
Groeiende ongelijkheid
De achterstand van laagopgeleiden is de laatste 25 jaar gegroeid ten opzichte van hoger opgeleiden en de prognose is dat deze achterstand verder zal groeien (de Graaf-Zijl e.a., 2015). Laaggeletterden zijn werkzaam in beroepen met een lagere status. Ze zijn vaak lager opgeleid en vormen een kwetsbare groep. Te verwachten is dat, zonder extra maatregelen, de armoedeproblematiek onder laaggeletterden eerder toe dan af zal nemen.