Het wetsvoorstel ‘vereenvoudiging van de beslagvrije voet’ zorgt er voor dat het voor beslagleggende partijen simpeler wordt om te berekenen welk inkomensdeel zij met rust moeten laten. Nu nog zijn ze daarvoor afhankelijk van een veelheid aan informatie van de schuldenaar. In de nieuwe situatie komt de benodigde informatie niet meer van de schuldenaar, maar via bestaande registraties.
Bovendien regelt het wetsvoorstel dat bij mensen die te maken hebben met meerdere beslagleggende partijen, de afstemming beter verloopt. Onder het nieuwe regime heeft de schuldenaar één duidelijk aanspreekpunt: de innende deurwaarder. Die berekent de beslagvrije voet, legt die voor aan de schuldenaar die kan controleren of het klopt, en deze geldt dan voor alle innende partijen.
Dat betekent een einde aan verschillende berekeningen en het tornen aan het bestaansminimum. Na zes weken internetconsultatie gaat het wetsvoorstel (via de Ministerraad) ter advisering naar de Raad van State en de Kamer. Klijnsma wil deze beslagvrije voet voor het einde van deze kabinetsperiode graag goedgekeurd zien door het parlement.
Zie verder: rijksoverheid.nl