Sinds 2001 zijn de inkomensverschillen tussen klein en vrijwel stabiel. Wel steeg de ongelijkheid in vermogen als gevolg van de ingestorte woningmarkt, maar door het aantrekken van de huizenprijzen nam die in 2014 niet verder toe. De publicatie bevestigt het beeld van herstel sinds de crisis in 2008, zei econoom Peter Hein van Mulligen van het CBS. Hij gaf wel toe dat de uitslag van het Britse referendum voor grote onzekerheid zal zorgen, wat op den duur mogelijk in de huishoudportemonnee wordt gevoeld.
Van Mulligen benadrukte dat het principe ,,breedste schouders, zwaarste lasten” in absolute zin opgaat, maar dat qua percentage mensen met een lager inkomen relatief gezien meer indirecte belasting als btw en accijnzen betalen. ,,Dat is ook logisch omdat wanneer je minder te besteden hebt, je meer van je inkomen uitgeeft aan je levensonderhoud.”
Volgens minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) is de geringe verschuiving van de inkomensongelijkheid Nederland niet aan komen waaien. Hij zei dat de lonen in Nederland, net als in veel andere landen ongelijker zijn geworden, maar dat de risico’s op armoede de komende jaren, mede door de positieve koopkrachtontwikkeling, weer dalen. ,,Goed nieuws. Maar welvaart is meer dan alleen euro’s. Dat is ook goede zorg, sociale zekerheid, goed onderwijs en de zekerheid van werk”, aldus de minster. ,,Daar werken we aan.”
Volgens vakbond CNV ondermijnt de verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt de relatief eerlijke welvaartsverdeling. ,,In het verleden bood een baan zekerheid. Dat is helaas voor steeds minder mensen het geval”, zo zei CNV-voorzitter Maurice Limmen. ,,Zelfs voor mensen met een middelbare of hogere opleiding is een baan die zekerheid biedt steeds minder een gegeven. Bij de minste of geringste tegenslag zit je diep in de problemen.”