De regering heeft deze verplichtende maatregel genomen, omdat het aantal beschutte werkplekken in Nederland fors achterloopt bij de afspraken die hierover zijn gemaakt. In 2015 moesten er 1600 banen zijn gerealiseerd en eind 2016 in totaal 3200. De teller stond voor de zomer echter op 115.
Extra kosten
Een belangrijke oorzaak van het niet behalen van de doelen is het feit dat het realiseren van een beschutte werkplek extra geld kost voor gemeenten. Dat komt bovenop de forse bezuiniging op het Participatiebudget en de WSW die gemeenten moeten opvangen. Cedris vindt dat het Rijk met het opleggen van de verplichting ook voldoende geld beschikbaar moet stellen aan de gemeenten.
Na verplichting, ook financiering regelen
Om van de verplichtstelling een succes te maken, roept Cedris het Rijk op structureel de volledige financiering te verlenen. Job Cohen: “Met de invoering van de wettelijke verplichting ligt er een morele verantwoordelijkheid bij het Rijk om nu ook de financiering adequaat te regelen. Cedris vindt daarom dat de huidige tijdelijke bonus op het realiseren van een beschutte werkplek structureel moet worden”.
Praktijkroute Banenafspraak
Een tweede verbetering betreft extra regelruimte voor de Banenafspraak. De praktijkroute houdt in dat gemeenten, op basis van een loonwaardemeting op de werkvloer, kunnen bepalen wie voor een garantiebaan in aanmerking komt. Cedris is er voorstander van om gemeenten de mogelijkheid te geven een dergelijk instrument ook voor het aanvragen van een indicatie voor een beschutte werkplek in te zetten.
Job Cohen: “Deze wet is pas dan geslaagd als hierdoor mensen toegang krijgen tot betaalde banen, hun eigen inkomen verdienen en hun talenten op de arbeidsmarkt kunnen ontwikkelen. Deze verbeteringen zullen daartoe bijdragen”.