Het ministerie van Sociale Zaken is verrast door de cijfers die naar buiten zijn gekomen over banen voor arbeidsbeperkten. Daaruit zou blijken dat er veel minder extra werkplekken zijn bijgekomen voor mensen met een ziekte of beperking die het lastiger maakt om een baan te vinden. De brancheorganisatie die met een onderzoek naar buiten kwam, is altijd betrokken geweest bij het monitoren van de ‘banenafspraak’, zegt het departement.
Sinds 2013 zijn afspraken gemaakt met werkgevers over het aantal banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Inmiddels zijn er volgens uitkeringsinstantie UWV 53.000 extra banen bijgekomen voor mensen met een arbeidsbeperking, maar volgens onderzoek in opdracht van Credis, belangenorganisatie van sociale werkbedrijven, zou het om slechts 12.000 extra werkplekken gaan.
Dat verschil komt volgens het ministerie onder meer doordat mensen die van een sociale werkplaats of een andere gecreëerde werkomgeving bij een regulier bedrijf aan de slag gaan, worden meegeteld. Maar dat is niet meer dan logisch, zegt staatssecretaris Bas van ’t Wout. “Doel van de banenafspraak is mensen met een beperking aan een baan te helpen bij een reguliere werkgever, niet in een gecreëerde werkomgeving. Vooral marktwerkgevers hebben mooie resultaten behaald.” Het kabinet wil juist dat zoveel mogelijk mensen een plek krijgen op de bestaande arbeidsmarkt.
De staatssecretaris herkent zich dan ook niet in de uitkomsten van het nieuwe onderzoek. “De resultaten van de banenafspraak worden jaarlijks door het UWV gemonitord volgens de afspraken in de wet”, zegt Van ’t Wout. “Bij deze afspraken is Cedris ook altijd betrokken geweest.” Wel erkent hij dat er nog “een lange weg te gaan” is. De bewindsman zal voor het debat over de begroting van Sociale Zaken met een brief komen waarin hij tekst en uitleg geeft aan de Tweede Kamer.