Als het tweede steunpakket van de overheid afloopt, zal het kabinet zich richten op omscholing. Plannen om ervoor te zorgen dat mensen sneller worden opgeleid om in een andere sector aan het werk te gaan zijn “best ver” gevorderd, zegt verantwoordelijk minister Wouter Koolmees
Dat noodpakket loopt op 1 oktober af. Of er daarna een nieuw steunpakket komt, weet Koolmees nog niet. Wel is duidelijk dat het kabinet gaat inzetten op “omscholingsinstrumenten” en het beter bij elkaar brengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Waar in bepaalde sectoren veel mensen zonder werk komen te zitten, zijn er nog steeds sectoren met veel vraag naar mankracht, houdt Koolmees voor.
In het tweede steunpakket zit een bedrag van 50 miljoen om mensen om- en bij te scholen. Een deel van de oppositie vroeg tijdens een debat deze week om meer geld. Volgens Koolmees is het extra geld genoeg, en bovendien hebben vakbonden en werkgeversorganisaties ook veel geld voor opleidingen. Belangrijk is nu dat deze ‘Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen’ goed worden ingezet en dat fondsen uit verschillende sectoren goed samen kunnen werken. Dat gaat steeds beter, volgens de bewindsman.
De regelingen van het kabinet die sinds maart beschikbaar zijn, moesten vooral zorgen voor het behoud van banen en inkomstenondersteuning voor mensen die onverhoopt toch hun baan of opdrachten verloren. Als de crisis straks overgaat in een nieuwe fase is het vooral van belang om “mensen naar een baan te helpen waar vraag naar is”, zegt Koolmees. Zo wil het kabinet “voorkomen dat mensen blijven hangen in hun uitkering.