Het CBS heeft onderzoek gedaan voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De cijfers zijn dinsdag naar buiten gebracht. Bijstandskinderen krijgen minder vaak speelgoed, sporten minder en hebben minder uitjes.
Bijstandskinderen vooral in grote steden en in krimpgebieden
Bijstandskinderen wonen vooral in de grote steden. Zo woont bijna een op de vijf Rotterdamse kinderen in een bijstandsgezin. In Amsterdam gaat het om 14 procent van alle kinderen, een op de zeven, in Den Haag is het 12 procent. Ook aan de randen van Nederland, in de krimpgebieden in het noorden en zuiden, groeien kinderen vaak op in armoede. Er wonen veel bijstandskinderen in Heerlen, Groningen, Kerkrade, Enschede, Appingedam en Pekela.
Bijstandskinderen vooral bij alleenstaande ouders en niet-westerse allochtonen
Volgens Latten zijn er in de grote steden naar verhouding meer gescheiden moeders, die alleen moeten rondkomen. Bovendien zijn er meer niet-westerse allochtonen dan in andere delen van het land. In die groep is de werkloosheid hoger.
Slechte situatie in de krimpgebieden
In de krimpgebieden is weinig werk. Jonge mensen met een hogere opleiding, en dus met meer kans op een baan, vertrekken naar andere delen van het land. De achterblijvers hebben vaker geen baan of komen in de bijstand terecht. Dat patroon verandert voorlopig niet, denkt Latten. ,,De nieuwe middenklasse trekt naar de grotere steden, kijk naar Amsterdam.”
Minste bijstandskinderen in de bible belt
De minste bijstandskinderen wonen in de bible belt, de band met gereformeerde dorpen van Zeeland tot Overijssel. Daar zijn namelijk minder gescheiden moeders.