Het huishoudboekje laat weinig ruimte voor extra uitgaven, maar het kabinet wil toch komen met een maatregelenpakket om te voorkomen dat de armste Nederlanders hun rekeningen niet kunnen betalen. Demissionair premier Mark Rutte zei vrijdag na de ministerraad de achteruitgang in koopkracht van de huishoudens met de laagste inkomens op zijn minst te willen beperken. De plaatjes zoals het Centraal Planbureau die schetst, zonder aanvullend beleid, wil Rutte niet laten uitkomen.
De minister-president wilde in zijn persconferentie niet loslaten hoe zo’n extra maatregelenpakket, dat mogelijk miljarden kost, moet worden betaald. Het CPB benadrukte niet alleen dat een miljoen mensen in de armoede dreigen te belanden als het kabinet niet ingrijpt, maar ook dat het begrotingstekort nu al toeneemt. Om te voorkomen dat het kabinet straks geen financiële buffer meer heeft, zou nieuw koopkrachtbeleid moeten worden betaald door op andere uitgaven te bezuinigen of door de lasten, bijvoorbeeld voor bedrijven, te verhogen.
Demissionair minister Sigrid Kaag van Financiën zei vrijdag dat het niet de bedoeling is dat het begrotingstekort verder oploopt door dure maatregelen. Het kabinet heeft alle grenzen al opgezocht, aldus de bewindsvrouw. Door de hoge rentes en de lage gasbaten kraakt de staatskas bovendien. Volgens Rutte zijn er veel “knoppen om aan te draaien”, maar hij wil niet zeggen welke opties het kabinet heeft.
Dat huishoudens met een kleine portemonnee hun koopkracht volgend jaar flink zien teruglopen als er geen extra maatregelen worden genomen, heeft er vooral mee te maken dat veel crisisregelingen vanaf 1 januari 2024 aflopen. Rutte wilde niet zeggen of deze regelingen simpelweg worden verlengd. Dit is “wel een heel breed pakket”, zei hij er wel over. Er zijn veel opties om op andere manieren te zorgen dat mensen wat meer te besteden hebben.
Het CPB sloot zich deze week aan bij de door het kabinet in het leven geroepen Commissie Sociaal Minimum. Deze commissie, die zich over het bestaansminimum heeft gebogen, adviseerde eind juni dat de bijstand en het minimumloon omhoog moeten om ervoor te zorgen dat iedereen kan rondkomen. Daarvoor zou een pakket van zo’n 6 miljard euro nodig zijn. Het is maar de vraag of het kabinet zo veel geld kan vrijspelen. Staatssecretaris Marnix van Rij (Belastingen) vindt dat “wel heel fors”, zei hij vrijdag.
Volgende week begint het kabinet met de onderhandelingen over de begroting van volgend jaar. Deze wordt op Prinsjesdag gepresenteerd. Omdat het kabinet is gevallen, zal de begroting buiten het koopkrachtpakket om weinig nieuwe plannen bevatten.