Minister Sigrid Kaag (Financiën) noemt het “vreselijk” dat mensen door de gestegen kosten van levensonderhoud niet meer kunnen rondkomen. “Die armoedeval is iets wat niet bij Nederland past.” Daarom werkt het kabinet volgens haar hard aan maatregelen waardoor mensen ook op de langere termijn meer te besteden krijgen.
Het CPB rekent voor dat de koopkracht dit jaar gemiddeld met bijna 7 procent daalt. Daardoor dreigen nog meer mensen in financiële problemen te raken. Volgens de ramingen krijgt volgend jaar een op de tien kinderen te maken met armoede.
Kaag benadrukt dat het kabinet dit jaar al bijna 7 miljard euro heeft uitgetrokken om de gevolgen van de torenhoge inflatie voor de koopkracht te dempen. Zij erkent dat dit onder de huidige omstandigheden niet genoeg is. Maar ze wijst ook op het belang van gezonde financiële buffers, die Nederland bijvoorbeeld relatief goed door de coronacrisis hebben geholpen.
Dat neemt niet weg dat het kabinet nog “een aantal pakketjes” voorbereidt. Of die nog dit jaar soelaas zullen bieden, zei Kaag er niet bij. Maar de nadruk ligt dus op de langere termijn. Door lasten te verschuiven, met name van arbeid naar vermogen, hoopt het kabinet ervoor te zorgen “dat je als werkende meer overhoudt aan het eind van de maand”.
Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) noemt het “praktisch gezien erg moeilijk” om dit jaar nog iets aan de koopkracht te doen. Ook zij hamert op het belang van “een betere uitgangspositie” voor met name de lage inkomens. Doel is om ook in de toekomst te voorkomen dat die bij economische tegenwind in de problemen komen.
Minister Micky Adriaansens (Economische Zaken) is geschrokken van de koopkrachtramingen van het CPB. “We wisten dat erg was, en het is toch nog erger dan dat.” Wat haar betreft “ligt alles op tafel”, al waarschuwt ook zij dat het “erg ingewikkeld” wordt om nog dit jaar iets te doen voor mensen die in de problemen dreigen te komen.
Wat Adriaansens betreft zijn er geen taboes. Ook een solidariteitsheffing voor bedrijven die profiteren van de sterk gestegen prijzen wordt volgens haar besproken, iets waar zij tot dusver grote bedenkingen bij had. Wel waarschuwt zij nog altijd dat Nederland “ook over tien jaar nog een interessant land moet zijn om te wonen en werken”.