Het CPB voorziet een economische groei van 2 procent voor 2017, na een verwachte groei van 1,8 procent dit jaar. Daarmee is de prognose voor dit jaar iets minder positief dan de vorige schatting. In december raamde het CPB de vooruitgang in 2016 nog op 2,1 procent.
Het planbureau noemt de groei gestaag en stabiel. Tegelijk waarschuwen de economen voor flinke internationale risico’s, die voor tegenvallers kunnen zorgen. Zo is de aanhoudende onrust op de financiële markten slecht voor het investeringsklimaat. ,,Heel veel mensen vinden het bijvoorbeeld moeilijk in te schatten hoe het met de economie van China gaat”, verklaarde CPB-directeur Laura van Geest.
Daarnaast zou een eventueel vertrek van Groot-Brittannië uit de EU slecht uitpakken voor de Nederlandse en de Europese economie. Dat geldt ook voor het buiten werking stellen van het Schengenverdrag, als mogelijke reactie op de aanhoudende vluchtelingenstroom.
Minder goed nieuws ziet het CPB in de overheidsbegroting, die op een aantal criteria nog niet voldoet aan de voorschriften van Brussel. Het overheidstekort slinkt naar verwachting weliswaar verder, van 1,7 procent in 2016 naar 1,2 procent van het bruto binnenlands product volgend jaar. Maar dit komt vooral doordat er bijvoorbeeld minder aan WW-uitkeringen wordt uitgegeven. Volgens Van Geest neemt het zogeheten structurele tekort, dat wordt gecorrigeerd voor de gunstige economische omstandigheden, nog te langzaam af.
Het CPB vindt verder dat de arbeidsmarkt zich vooralsnog ,,traag” ontwikkelt. De werkloosheid zakt volgens de ramingen volgend jaar naar 6,3 procent van de beroepsbevolking, van 6,5 procent dit jaar. Die daling is ,,niet uitbundig”, stelt Van Geest. Bij de overheid en in de zorg neemt de werkgelegenheid nog niet of nauwelijks toe.
De economie wordt dit jaar licht geremd door de lagere gasproductie. Consumenten leveren daarentegen een positieve bijdrage. Dankzij stijgende lonen, de aantrekkende werkgelegenheid en de lastenverlichtingen nemen de bestedingen dit en volgend jaar toe, aldus het CPB.