Consumenten hebben in augustus 1,4 procent meer besteed dan in augustus 2018, meldt het CBS. De groei is vergelijkbaar met die in de voorgaande maand. Consumenten hebben in augustus 2019 vooral meer aan diensten besteed.
Volgens de CBS Consumptieradar zijn de omstandigheden voor de consumptie in oktober minder gunstig dan in augustus.
De consumptiecijfers zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen en veranderingen in de samenstelling van de koopdagen.
Consument besteedt vooral meer aan diensten
Consumenten hebben in augustus 1,1 procent meer besteed aan duurzame goederen. Ze gaven vooral meer uit aan woninginrichting en huishoudelijke apparaten. Aan overige goederen, zoals energie en motorbrandstoffen, gaven ze 1,3 procent meer uit. Consumenten hebben aan voedings- en genotmiddelen 0,8 procent meer besteed dan een jaar eerder. Vorige week meldde het CBS dat de detailhandel in augustus 3,0 procent meer heeft omgezet dan in augustus 2018. Het verkoopvolume was 0,8 procent hoger. Ook deze cijfers zijn gecorrigeerd voor de samenstelling van koopdagen.
De uitgaven aan diensten, zoals verzekeringen, woninghuur, openbaar vervoer en een bezoek aan restaurant of kapper, lagen in augustus 1,6 procent hoger dan een jaar eerder. Uitgaven aan diensten maken ruim de helft van de totale binnenlandse consumptieve bestedingen uit.
Omstandigheden voor consumptie in oktober minder gunstig dan in augustus
Het CBS publiceert elke maand ook over de omstandigheden voor de consumptie in de consumptieradar. De consumptie door huishoudens hangt onder meer samen met de verwachtingen van consumenten, de situatie op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van hun vermogen. De indicatoren in de radar hangen goed samen met de consumptie door huishoudens, maar een verbetering van de omstandigheden betekent niet per se een hogere groei van de consumptie.
Volgens de CBS Consumptieradar zijn de omstandigheden voor de consumptie door Nederlandse huishoudens in oktober minder gunstig dan in augustus. Dat komt vooral doordat de verwachting van consumenten over de toekomstige ontwikkeling van de werkloosheid minder positief was en de groei van de werkzame bevolking op jaarbasis kleiner was dan in de voorgaande maand.