Met de AOW-aanspraken worden de reserves bedoeld die aangehouden zouden moeten worden om aan de bestaande verplichtingen te voldoen, als de oudedagsvoorziening op dezelfde manier gefinancierd zou worden als het aanvullend pensioen. Dit bedrag is nu voor het eerst becijferd door het CBS, in navolging van internationale afspraken.
De AOW-aanspraken overtreffen nu ruimschoots die op het aanvullende werknemerspensioen. Die kwamen op dezelfde peildatum uit op 157 procent van het bbp.
Zowel de aanspraken op de AOW als die op het aanvullend pensioen zijn de afgelopen jaren snel opgelopen. De AOW-aanspraken bedroegen in 2008 nog 797 miljard euro. De sterke stijging is volgens het statistiekbureau niet alleen het gevolg van de vergrijzing, maar vooral ook van de lage rente. Hierdoor moet uitgegaan worden van een lager rendement op opgebouwde reserves en zijn dus hogere reserves nodig.