Onderwijs moet goed aansluiten op arbeidsmarkt
Zo’n 35.000 Amsterdammers volgen een mbo-opleiding en het doel is dat iedere student na het behalen van zijn diploma snel een baan vindt. Hiertoe moet het onderwijs goed aansluiten op de arbeidsmarkt. De gemeente zet 19 miljoen euro in voor lerarenbeurzen, om de kwaliteit van de lessen te verbeteren, en voor extra begeleiding van kwetsbare studenten. Vooral jongeren met een niet-westerse afkomst of een grote afstand tot de arbeidsmarkt komen moeilijk aan het werk, blijkt uit cijfers van de gemeente.

Voortijdig schoolverlaters
Het aantal voortijdig schoolverlaters moet bovendien omlaag, naar maximaal duizend dit jaar. Vorig jaar stopten nog 1562 leerlingen met hun opleiding.Het college trekt verder de komende drie jaar ruim 28 miljoen euro uit om te voorkomen dat jongeren hun carrière op de bank beginnen. Zo komen er zes zogeheten JongerenPunten in de stad, waar iedere jongere een contactpersoon krijgt die hem of haar intensief begeleidt bij terugkeer naar school or het vinden van een baan.

Investeren
Verder investeert de gemeente samen met het bedrijfsleven en het Rijk ruim 18 miljoen euro aan het ‘actieplan innovatief vakmanschap’. Hierbij wordt samen met bedrijven gekeken naar wat jongeren precies nodig hebben om kans te maken op een baan. Een voorbeeld is het opleidingshuis mobiliteitstechniek, waarbij Amsterdamse autobedrijven samenwerken met leraren van het mbo om scholieren de laatste technieken bij te brengen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld aan een gloednieuwe auto sleutelen. Ook voor de bouw, installatietechniek, logistiek en hospitality komen dit soort opleidingshuizen.

De jeugdwerkloosheid in Amsterdam was vorig jaar 13,3 procent. Dat is hoger dan het landelijke gemiddelde (11,8 procent), maar ten opzichte van 2013 (14,7 procent) is een daling te zien.