Gemeenten hebben het vorig jaar financieel niet makkelijk gehad omdat zij steeds minder geld kregen uit Den Haag dan ze hadden verwacht. Daarom moesten zij vaak bezuinigen op het onderhoud van wegen, bibliotheken en sociale voorzieningen. Dat meldt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in haar jaarverslag.
Een deel van de uitgaven van gemeenten wordt betaald uit het gemeentefonds. Hoeveel geld zij krijgen uit dit fonds, is gekoppeld aan de uitgaven van het Rijk. Het kabinet gaf vorig jaar minder uit dan begroot en daardoor kregen gemeenten ook minder geld. Volgens de VNG ontstonden er daardoor “schommelingen die niet werkbaar zijn voor gemeenten”.
Gemeenten hebben ook moeite met het betalen van de zorgtaken die zij in 2015 overnamen van de landelijke overheid. Zij werden verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. “Het aantal kinderen in de jeugdzorg is toegenomen en door de vergrijzing doen steeds meer mensen een beroep op Wmo-voorzieningen”, beklaagt de VNG. “Maar de financiën stijgen niet mee.”
Gemeenten spraken in 2019 met het kabinet af dat zij structureel 95 miljoen euro extra kregen voor de ggz. Ook konden zij in 2019, 2020 en 2021 een miljard extra besteden aan jeugdhulp. Volgens de VNG is dat niet genoeg. “Om de opgave goed te kunnen uitvoeren moet er ook in de jeugdhulp structureel geld bij.”