De bewindsman zet die stap omdat het beeld bij de uitbetaling van het zorggeld waarmee chronisch zieken en gehandicapten zelf hun zorg kunnen inkopen volgens hem stabiel blijft. Het pgb-systeem veranderde in 2015. Gemeenten kregen de regie en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) werd verantwoordelijk voor de uitbetaling van pgb’s. De eerste maanden regende het klachten van mensen die hun geld niet of te laat kregen. Om de betalingen niet verder te vertragen werd daarom minder streng gecontroleerd.
Van Rijn meldt donderdag dat, net als eerder, 95 procent van de juist ingevulde declaraties binnen 10 dagen wordt uitbetaald. De overige 5 procent wordt ook uitbetaald, maar later. Verder zijn in januari en februari respectievelijk 79.795 en 77.216 maandloners betaald. En op in totaal ruim 464.000 betalingen werden in december, januari en februari achtereenvolgens 128, 33 en 32 spoedbetalingen gedaan.
Waarschuwingsregister
Inmiddels wordt gewerkt aan een zogeheten waarschuwingsregister waarin onder meer zorgverzekeraars en gemeenten informatie kunnen uitwisselen over bewezen gevallen van fraude met zorggeld. Het register moet in 2017 operationeel zijn, aldus Van Rijn.
De komende tijd wordt extra gelet op gemeenten die inwoners met een pgb opnieuw moeten beoordelen. Eind 2015 kregen ze hier al langer de tijd voor, maar verantwoordelijk ketenregisseur Maarten Ruys vindt dat er tot nu toe opvallend weinig nieuwe pgb-toekenningen binnenkwamen. Begin april wordt besloten of hier extra maatregelen voor nodig zijn.