Leraren moeten meer inspraak krijgen bij het besteden van het geld voor passend onderwijs. Dat zegt minister Arie Slob (Onderwijs) in een interview met NRC. Hij hoopt hiermee leraren beter in staat te stellen zorgleerlingen goed te helpen.
Vorige week bleek uit onderzoek dat 75 procent van de leraren zorgleerlingen niet goed kan helpen. Toch vindt Slob niet dat het passend onderwijs is mislukt. “Nee. Ik kom deze maand met nieuwe voorstellen. Daar heb ik ook weer, schrik niet, het hele veld bij betrokken. Er gaat iets heel moois komen. De zorgen die er zijn bij ouders en leerkrachten gaan we op een goede manier aanpakken, bijvoorbeeld door leraren meer inspraak te geven bij het besteden van het geld voor passend onderwijs.”
Nu moeten leraren voor geld aankloppen bij de zogeheten regionale samenwerkingsverbanden, die het geld – ruim 800 miljoen per jaar voor het primair onderwijs – van het Rijk krijgen en vervolgens over de scholen verdelen. Volgens Slob weten leraren zelf het beste of ze het meeste baat hebben bij bijvoorbeeld een klassenassistent of een orthopedagoog of juist extra lespakketten omdat leerlingen met dyslexie kampen. Hij vindt dat leraren daar meer invloed op moeten krijgen.
“Ik vind dat leraren meer zelf moeten kunnen beslissen over de onderwerpen waar ze in de klassen mee worden geconfronteerd. Ook als het gaat om de financiën: nu gaan de beslissingen hierover soms hoog over ze heen. Leraren hebben daarnaast duidelijkheid nodig. Een duidelijke basisnorm voor passend onderwijs, zodat ze weten wat er van ze wordt gevraagd.”