Kinderen moeten beter betrokken worden bij rechterlijke besluiten die (ook) hen aangaan, zoals een echtscheiding, een ondertoezichtstelling of omgangsregeling. Dat vinden vijftien organisaties en enkele deskundigen die premier Dick Schoof en staatssecretarissen Teun Struycken (Rechtsbescherming) en Vincent Karremans (Jeugd) in een brief oproepen zich hard te maken voor striktere naleving van het Kinderrechtenverdrag.
Kinderen kunnen vertrouwelijk met de rechter praten tijdens een zogenoemd kindgesprek, waarin ze mogen vertellen wat zij van de situatie vinden. Zo’n gesprek duurt vaak ongeveer tien minuten. De reden om de brief te schrijven is onder andere een podcast van het NOS-Jeugdjournaal en een interview in NRC met kinderrechter Bart Tromp en Kinderombudsman Margrite Kalverboer waarin de tekortkomingen rond het kindgesprek aan bod komen.
Onder de briefschrijvers zijn organisaties als UNICEF, KidsRights, Het Vergeten Kind en Defence for Children. De organisaties menen dat tijdens zo’n kindgesprek soms “nauwelijks de ruimte bestaat om echt tot de kern te komen”. Dat gesprek is ook vaak vlak voor de rechtszitting van de ouders of verzorgers. Daardoor kunnen kinderen geconfronteerd worden met de spanning die tussen hun wachtende ouders heerst.
“Kinderen worden bovendien en zeker niet in de laatste plaats, nog steeds in zittingszalen gehoord, soms zelfs door een kinderrechter die een toga aanhoudt”, stellen de organisaties. Ze pleiten voor kindvriendelijke wacht- en gespreksruimten. Tevens wijzen ze erop dat niet alle kinderen op dezelfde wijze worden uitgenodigd voor een gesprek met de kinderrechter of op dezelfde wijze worden geïnformeerd over hun rechten. Ook dat moet anders.