Bijziendheid (myopie) ontstaat in de jeugd. De groei van het oog schiet door, waardoor het te lang wordt. Het afwijkende zicht wordt gecorrigeerd met lenzen of een bril, maar de ooglengte blijft hetzelfde. Juist deze lengte zorgt voor problemen met het netvlies naarmate je ouder wordt. Hoge bijziendheid vergroot zo de kans op de meest voorkomende oogaandoening, zoals maculadegeneratie, glaucoom, staar en netvliesloslating.

Naar buiten
Bijziendheid is gedeeltelijk erfelijk bepaald. Uit wetenschappelijke studies is echter gebleken dat het ontstaan van bijziendheid ook afhangt van levensstijl. Op jonge leeftijd veel binnen zijn, lezen en achter beeldschermen zitten verhoogt het risico. Het Oogfonds adviseert daarom voor kinderen:
– minstens twee uur per dag buiten zijn
– ieder half uur een korte pauze van lezen of op een beeldscherm kijken
– minstens dertig centimeter afstand van beeldschermen zoals tablets

Edith Mulder, directeur van het Oogfonds: “Nederlandse kinderen zijn tegenwoordig gemiddeld nog maar één uur per dag buiten. Dat is echt veel te weinig. We moeten terug naar de standaard waarbij het heel gewoon is om iedere dag minstens twee uur per dag buiten te zijn, ook bij slecht weer.”

Epidemie
Is van alle zestigers een kwart bijziend, bij veertigers is dit al een derde en bij twintigers zelfs de helft. Deze toename is zeker veertig jaar gaande, maar pas de laatste jaren is duidelijk hoe groot het probleem dreigt te worden. Met steun van het Oogfonds doet het Erasmus MC wetenschappelijk onderzoek naar myopie. Doel is het opsporen van de oorzaken van bijziendheid en het ontwikkelen van nieuwe therapieën.