Het kabinet trekt nog eens honderden miljoenen euro uit voor gemeenten, provincies en waterschappen om ze langer financieel te ondersteunen in de coronacrisis. De overheden lopen veel inkomsten mis maar maken wel veel extra kosten in verband met corona. Eerder dit jaar kwam er al een bedrag vrij van ruim 1,5 miljard.
Omdat de crisis langer duurt en nog strengere maatregelen zijn ingevoerd, reserveert minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) meer geld. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft ze onder meer dat de reservering voor gederfde inkomsten met 150 miljoen euro wordt verhoogd naar 250 miljoen. Ook zijn er nieuwe afspraken gemaakt over de meerkosten voor de jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning in 2021.
Volgens de minister heeft het eerdere steunpakket goed gewerkt, omdat de dienstverlening, de zorg en andere gemeentelijke taken konden doorgaan. Ook ging er geld naar buurthuizen, speeltuinen, en vrijwilligersorganisaties.
Afgesproken is nu onder meer dat er nog 100 miljoen gaat naar de zwembaden en ijsbanen en 60 miljoen naar amateursportclubs. Ook komt er geld bij voor de afvalinzameling. Omdat veel mensen thuiswerken, is er veel meer restafval dat moet worden afgevoerd. Daarnaast krijgen de gemeenten 60 miljoen voor tijdelijke ‘coronabanen’, mensen toezicht kunnen houden op eenvoudige terreinen. Verder komt er extra geld om mensen te begeleiden die vanwege de coronacrisis in de bijstand zijn gekomen. Voor jongeren zijn potjes gemaakt voor activiteiten en voor ondersteuning.
Veel gemeenten hadden al een wankele financiële positie de afgelopen jaren en die is volgens Ollongren door de coronacrisis toegenomen. Ze gaat zoeken naar structurele verbeteringen van deze situatie.