De kans dat iemand te maken krijgt met huiselijk geweld of kindermishandeling is groter dan de kans op welke andere vorm van geweld dan ook. Ondanks de inzet van de afgelopen jaren, is het tot nu toe niet gelukt om dit probleem terug te dringen. Jaarlijks zijn nog steeds zo’n 170.000 ouderen, 200.000 volwassenen en 119.000 kinderen slachtoffer. De gevolgen kunnen ernstig zijn en vaak levenslang merkbaar. Gezien de grote gevolgen van kindermishandeling en huiselijk geweld, moet het geweld zo snel mogelijk gesignaleerd worden. Het is essentieel dat beroepskrachten zich in hun dagelijks werk bewust zijn van deze risico’s. Vanaf 2013 bestaat de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. De inspectie ziet toe op het gebruik van deze meldcode door zorginstellingen.
Meldcode ook voor jeugdhulp
Vorig jaar berichtte de inspectie nog dat het gebruik van de meldcode beter moest. De resultaten van dit jaar laten zien dat het bewustzijn groeit, maar dat structurele aandacht voor het thema nodig blijft. De IGJ constateerde dat binnen enkele instellingen die kinder- en jeugdpsychiatrie verlenen, de veronderstelling bestaat dat de meldcode niet voor jeugdhulp van toepassing is. Dit is niet juist. Ook voor kinder- en jeugdpsychiatrie/-ggz en vrijgevestigde zorgaanbieders in de ggz geldt de meldcode. Het geweld kan immers ook van toepassing zijn op broertjes, zusjes of andere leden van het gezin.
Signalen huiselijk geweld en kindermishandeling herkennen
Door het thema voortdurend te agenderen en te stimuleren levert IGJ een bijdrage aan het terugdringen van deze problematiek. Daarom heeft de IGJ vandaag in de week tegen kindermishandeling de factsheet ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in de ggz: stand van zaken’ naar een groot aantal ggz instellingen gestuurd. Zo leren instellingen van elkaar om het onderwerp binnen en buiten de spreekkamer te benoemen. Zo worden signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling eerder herkend, aangepakt en zo nodig gemeld.