Het is een erg complex syndroom en het ziektebeeld is moeilijk vast te stellen. Vaak zijn er meerdere artsen en professionals bij betrokken, een psychiater stelt de officiële diagnose.

Veiligheid van het kind staat voorop

De Raad voor de Kinderbescherming krijgt weinig te maken met onderzoeken waarbij sprake zou kunnen zijn van Munchhausen by Proxy. In zaken waarbij vermoedens zijn van het MBP-syndroom onderzoekt de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) – net als bij andere zaken – de veiligheid van een kind, de ernst van de situatie en de bereidheid en het vermogen van de ouders om mee te werken aan het wegnemen van de risico’s.

Als het ouders niet lukt (om met vrijwillige hulpverlening) de risico’s weg te nemen of als ze weigeren mee te werken, kan de RvdK de kinderrechter verzoeken om een kinderbeschermingsmaatregel.

Second opinion

De RvdK benadert in zijn onderzoek de artsen die betrokken zijn. Als er veel twijfels en onduidelijkheden zijn rondom de vermoedens van MBP, dan gaat de RvdK met alle betrokken partijen het gesprek aan. Voor een eventuele second opinion zijn afspraken gemaakt met het Wilhelmina kinderziekenhuis in Utrecht.

Samenwerken bij strafbare kindermishandeling

Bij vermoedens van strafbare kindermishandeling is er nauwe samenwerking met Veilig Thuis, het OM en de Politie. Onlangs is de handreiking ‘Samenwerken bij strafbare kindermishandeling’ ontwikkeld.

Waarheidsvinding

De RvdK is elke dag, in elk onderzoek, bewust bezig met het scheiden van feiten en meningen en het opbouwen van gedegen rapporten. De RvdK checkt de vooraf gegeven informatie bij de betrokkenen en informanten. De RvdK benadert in deze complexe zaken meerdere informanten en heeft als belangrijkste onderwerp hoe veilig is dit kind, hoe kan de veiligheid worden gewaarborgd en worden vergroot en wat is daarvoor nodig.

Er is op dit moment veel aandacht voor waarheidsvinding. In opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid wordt op dit moment gewerkt aan een actieplan.