Volgens de laatste cijfers van de NCTV verblijven ongeveer 145 kinderen met de Nederlandse nationaliteit of kinderen die hierop aanspraak kunnen maken in het strijdgebied in Syrië en Irak. Daarnaast bevinden zich ten minste dertig minderjarigen met een Nederlandse link (in de regio) buiten het strijdgebied. Hun ouders zijn afgereisd naar het kalifaat en hebben hun kinderen daarmee in groot gevaar gebracht. Een deel van hen zit vast in kampen in Syrië. ‘Verschillende bronnen geven aan dat deze kinderen verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt. Dingen die geen enkel kind zou moeten doorstaan. En ook in de kampen waar zij nu leven, zijn de omstandigheden slecht’, aldus de Kinderombudsvrouw. Zij roept het kabinet op om in actie te komen: ‘Deze kinderen worden ernstig bedreigd in hun ontwikkeling. Als ouders hun kinderen niet beschermen, móet de overheid dit doen.’

Schijnoplossing

Nederland zegt op dit moment geen mogelijkheden te zien om de kinderen in de kampen op te halen. De situatie in het gebied zou te onveilig en instabiel zijn en er bestaat in de regio geen overheid waarmee Nederland diplomatieke banden heeft. Alleen moeders die met hun kinderen op eigen kracht een Nederlandse ambassade of consulaat bereiken, kunnen rekenen op hulp van de Nederlandse overheid. De Kinderombudsvrouw stelt dat het in de praktijk onmogelijk is voor de vrouwen en kinderen om een Nederlandse post te bereiken: ‘Ze mogen het kamp niet uit, hebben vaak geen geldige papieren en geen middelen en de reis is gevaarlijk. Dit is dus een schijnoplossing.’

Internationale samenwerking

De Kinderombudsvrouw wil dat er een eind komt aan de afwachtende houding van Nederland. ‘Deze kinderen zijn eerst in de steek gelaten door hun ouders en worden nu in de steek gelaten door de Nederlandse overheid. Ja, het is ingewikkeld, maar niets doen is onacceptabel.’ Als blijkt dat Nederland de kinderen niet zelfstandig kan terughalen, moet internationale samenwerking worden gezocht: ‘Dit kan met landen die met dezelfde kwesties worstelen, zoals België, Zweden Frankrijk en Duitsland.’

Daarnaast moet het onderwerp op het niveau van de Europese Unie en de Verenigde Naties worden geagendeerd: ‘Er moet gewerkt worden aan een oplossing voor alle kinderen die vastzitten in een leven waarvoor ze niet gekozen hebben. Deze kinderen zijn onschuldig. Ze mogen niet de dupe worden van de fouten van hun ouders en een overheid die hen niet beschermt.’

Internationale steun

Het pleidooi van de Kinderombudsvrouw wordt ondersteund door de Vlaamse en Franstalige kinderrechtencommissarissen. Zij brengen vandaag soortgelijke standpunten uit. De Kinderombudsmannen van Baskenland, Catalonië, Cyprus, Ierland, Luxemburg, Noord-Ierland en Polen ondersteunen de standpunten van de drie Kinderombudsmannen.

Binnen the European Network of Ombudspersons for Children (ENOC) werken 42 Kinderombudsmannen samen om de rechten van kinderen te verbeteren en beschermen.