​In veel Europese landen moeten kinderen lang wachten op hun behandeling. Ook is het recht op informed consent – het geven van toestemming voor een behandeling op basis van goede informatie van artsen en hulpverleners – niet goed geregeld en is er gebrek aan coördinatie tussen hulpverleners. Opvoedondersteuning voor ouders is vaak pas beschikbaar als er al flinke problemen in een gezin zijn, of alleen voor specifieke doelgroepen. Omdat er te weinig data beschikbaar zijn, is bovendien niet duidelijk hoe groot de problemen precies zijn.

Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer stelt dat deze problemen ook in Nederland spelen: ‘Op een aantal vlakken doet Nederland het beter dan andere landen, maar Nederlandse kinderen lopen tegen vergelijkbare problemen aan als hun Europese leeftijdsgenoten.’ Met name de lange wachtlijsten in de jeugd-ggz zijn haar een doorn in het oog. ‘Kinderen zakken steeds dieper weg. De weg terug omhoog wordt moeilijker, de kans op volledig herstel kleiner.’

Stigma, schaamte en schoolstress

De Europese Kinderombudsmannen hebben jongeren uit verschillende landen die ervaring hebben met jeugdhulp en jeugd-ggz gevraagd naar hun ideeën en aanbevelingen. Zij wijzen op de negatieve effecten van stigmatisering. Kinderen en jongeren met psychische problemen hebben vaak te maken met vooroordelen en uitsluiting. Dit kan ertoe leiden dat ze hun problemen verzwijgen in plaats van hulp te zoeken. De Kinderombudsmannen willen dat de overheid stigmatisering tegen gaat met campagnes en trainingen voor het algemene publiek, scholen, ouders en kinderen.

Om psychische problemen te voorkomen, moet de schoolstress die kinderen en jongeren ervaren worden aangepakt. Ook dit probleem is herkenbaar voor de Kinderombudsvrouw: ’In de Kinderrechtentour van 2016 werd schoolstress door kinderen en jongeren in Nederland als één van de belangrijkste problemen genoemd.’

Aanbevelingen

Om psychische problemen bij kinderen en jongeren aan te pakken en te voorkomen, pleiten de Europese Kinderombudsmannen onder meer voor een nationale strategie voor kinderen en jongeren. Ook moeten kinderrechten en het recht op informed consent verankerd worden in nationale wetgeving.

Verder pleiten de Kinderombudsmannen voor laagdrempelige opvoedondersteuning voor ouders, betere toegang tot specialistische hulp dicht bij huis en meer aandacht bij overheden voor stigmatisering en schoolstress. De Kinderombudsvrouw zal deze aanbevelingen in haar contacten met bestuurders en professionals in Nederland onder de aandacht brengen.